Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. gracious:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor gracious (Engels) in het Zweeds

gracious:

gracious bijvoeglijk naamwoord

  1. gracious (charitabel; merciful; forgiving; lenient; clement)
    välgörande; medmänsklig; medmänskligt; barmhärtigt

gracious

  1. gracious (merciful)

Vertaal Matrix voor gracious:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- benignant; courteous; nice
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
nådig gracious; merciful
nådigt gracious; merciful
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barmhärtigt charitabel; clement; forgiving; gracious; lenient; merciful benevolent; charitable; commiserating; compassionate; merciful; philanthropic; piteous
medmänsklig charitabel; clement; forgiving; gracious; lenient; merciful benevolent; charitable; philanthropic
medmänskligt charitabel; clement; forgiving; gracious; lenient; merciful benevolent; charitable; philanthropic
välgörande charitabel; clement; forgiving; gracious; lenient; merciful beneficial; benevolent; charitable; philanthropic; salutary

Verwante woorden van "gracious":


Synoniemen voor "gracious":


Antoniemen van "gracious":


Verwante definities voor "gracious":

  1. disposed to bestow favors1
    • thanks to the gracious gods1
  2. exhibiting courtesy and politeness1
  3. characterized by charm, good taste, and generosity of spirit1
    • gracious even to unexpected visitors1
    • gracious living1
    • he bears insult with gracious good humor1
  4. characterized by kindness and warm courtesy especially of a king to his subjects1

Wiktionary: gracious

gracious
adjective
  1. indulgent

Verwante vertalingen van gracious