Overzicht
Engels naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. intercessor:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor intercessor (Engels) in het Zweeds

intercessor:

intercessor [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the intercessor (go-between; intermediary; mediator; negotiator)
    mellanhand; medlare
  2. the intercessor (negotiator; mediator)
    förhandlare

Vertaal Matrix voor intercessor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förhandlare intercessor; mediator; negotiator
medlare go-between; intercessor; intermediary; mediator; negotiator agents; go-between; mediator; mediators; middlemen
mellanhand go-between; intercessor; intermediary; mediator; negotiator interagent; intermediary; trade intermediary
- go-between; intermediary; intermediator; mediator

Verwante woorden van "intercessor":

  • intercessors

Synoniemen voor "intercessor":


Verwante definities voor "intercessor":

  1. a negotiator who acts as a link between parties1

Wiktionary: intercessor


Cross Translation:
FromToVia
intercessor förespråkare; talesman Fürsprecher — jemand, der sich für jemanden ausspricht