Codicia in het Duits vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

codicia:
- Habgier; Gier; Geiz; flüssiger Dünger; Jauche; Knauserigkeit; Raffgier; Knauserei
Wiktionary:
- codicia → Habsucht, Habgier
- codicia → Gier, Habsucht, Geldgier

Spaans

Uitgebreide vertaling voor codicia (Spaans) in het Duits

la codicia (avaricia; avidez)
die Habgier; die Gier
- Habgier [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gier [die ~] zelfstandig naamwoord
la codicia (avaricia; giro; avidez; hiena)
der Geiz; die Gier; die Habgier
- Geiz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gier [die ~] zelfstandig naamwoord
- Habgier [die ~] zelfstandig naamwoord
la codicia (estiércol líquido; buitre; hiena; estiércol; avidez; abono; avaricia; fertilizante)
der flüssiger Dünger; die Jauche
- flüssiger Dünger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Jauche [die ~] zelfstandig naamwoord
la codicia (avaricia; avidez; mezquindad; tacañería; roña; mezquinidad; cicatería; roñosería)
der Geiz; die Habgier; die Knauserigkeit; die Raffgier; die Knauserei
- Geiz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Habgier [die ~] zelfstandig naamwoord
- Knauserigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Raffgier [die ~] zelfstandig naamwoord
- Knauserei [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Geiz	avaricia; avidez; cicatería; codicia; giro; hiena; mezquindad; mezquinidad; roña; roñosería; tacañería	avidez
Gier	avaricia; avidez; codicia; giro; hiena	afán; anhelo; ansia; deseo; ganas; gemido; glotonería; gula; quejido; tragonería; voracidad
Habgier	avaricia; avidez; cicatería; codicia; giro; hiena; mezquindad; mezquinidad; roña; roñosería; tacañería	rapacidad
Jauche	abono; avaricia; avidez; buitre; codicia; estiércol; estiércol líquido; fertilizante; hiena	abono; estiércol; estiércol líquido
Knauserei	avaricia; avidez; cicatería; codicia; mezquindad; mezquinidad; roña; roñosería; tacañería	acritud; agudeza; aspereza; avidez; brusquedad; genio áspero; mezquinidad; sequedad; tacañería
Knauserigkeit	avaricia; avidez; cicatería; codicia; mezquindad; mezquinidad; roña; roñosería; tacañería
Raffgier	avaricia; avidez; cicatería; codicia; mezquindad; mezquinidad; roña; roñosería; tacañería
flüssiger Dünger	abono; avaricia; avidez; buitre; codicia; estiércol; estiércol líquido; fertilizante; hiena

codicia

noun

abwertend: zwanghafter Drang, immer mehr (Besitz) haben zu wollen, ohne Rücksicht auf andere und unabhängig vom Nutzen
- Habsucht → angurria; codicia
Habsucht, Habgier ist die Gier, möglichst viel zu haben, das Streben nach immer mehr Besitz
- Habgier → angurria; avidez; codicia

Cross Translation:

From	To	Via
• codicia	→ Gier	↔ avarice — excessive or inordinate desire of gain
• codicia	→ Habsucht; Gier	↔ covetousness — desire for the possession of something
• codicia	→ Gier; Habsucht	↔ greed — selfish desire for more than is needed
• codicia	→ Geldgier	↔ cupidité — recherche immodérée du gain, des richesses.