Overzicht
Spaans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. súplica:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor súplica (Spaans) in het Duits

súplica:

súplica [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la súplica (ruego; pregunta; demanda; petición; deseo)
    Gebet
    • Gebet [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. la súplica (plegaria)
    die Bitte; Gesuch; die flehentliche Bitte; Gebet; Flehen
  3. la súplica
    Gebet; die flehentliche Bitte; Flehen

Vertaal Matrix voor súplica:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bitte plegaria; súplica demanda; exigencia
Flehen plegaria; súplica alarido; gemido; llanto
Gebet demanda; deseo; petición; plegaria; pregunta; ruego; súplica oración; plegaria; rezo
Gesuch plegaria; súplica demanda; exigencia; petición
flehentliche Bitte plegaria; súplica

Verwante woorden van "súplica":

  • súplicas

Synoniemen voor "súplica":