Nueva in het Engels vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Engels: Meer gegevens...

Spaans

Uitgebreide vertaling voor nueva (Spaans) in het Engels

la nueva (novato; recién llegado; recién llegada; nuevo; novata)
the newcomer; the novice; the freshman; the rookie; the beginner; the greenhorn; the fresh man
- newcomer [the ~] zelfstandig naamwoord
- novice [the ~] zelfstandig naamwoord
- freshman [the ~] zelfstandig naamwoord
- rookie [the ~] zelfstandig naamwoord
- beginner [the ~] zelfstandig naamwoord
- greenhorn [the ~] zelfstandig naamwoord
- fresh man [the ~] zelfstandig naamwoord
la nueva (advenedizo; nuevo; conejo; novato; recién llegada; recién llegado; principiante)
the novice; the rookie; the greenhorn
- novice [the ~] zelfstandig naamwoord
- rookie [the ~] zelfstandig naamwoord
- greenhorn [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beginner	novata; novato; nueva; nuevo; recién llegada; recién llegado	aspirante; debutante; estárter; iniciador; principante; principiante
fresh man	novata; novato; nueva; nuevo; recién llegada; recién llegado
freshman	novata; novato; nueva; nuevo; recién llegada; recién llegado	blandengue; gallina
greenhorn	advenedizo; conejo; novata; novato; nueva; nuevo; principiante; recién llegada; recién llegado	blandengue; capullo; conejo; gallina; principiante
newcomer	novata; novato; nueva; nuevo; recién llegada; recién llegado
novice	advenedizo; conejo; novata; novato; nueva; nuevo; principiante; recién llegada; recién llegado	blandengue; capullo; conejo; gallina; principiante
rookie	advenedizo; conejo; novata; novato; nueva; nuevo; principiante; recién llegada; recién llegado	blandengue; gallina; recluta

Cross Translation:

From	To	Via
• nueva	→ new	↔ nieuw — recentelijk aangekomen of opgedoken
• nueva	→ new	↔ nieuw — vreemd, onbekend
• nueva	→ new	↔ nieuw — in originele staat
• nueva	→ novel; new	↔ nieuw — onderscheidt nieuwere namen van oudere
• nueva	→ novel; new	↔ nieuw — huidige
• nueva	→ novel; new	↔ nieuw — recentelijk gemaakt
• nueva	→ new; novel	↔ nouveau — Qui n’existait pas, qui était inconnu