Spaans

Uitgebreide synoniemen voor acritud in het Spaans

acritud:

acritud [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la acritud
    la acritud; la habilidad; la astucia; la agudeza; la aspereza; la sagacidad; la listeza; la agudez
    • acritud [la ~] zelfstandig naamwoord
    • habilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • astucia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • agudeza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • aspereza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sagacidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • listeza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • agudez [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. la acritud
    el fuego; la fuerza; la violencia; el brío; el fervor; la intensidad; la aspereza; la profundidad; el ardor; la vehemencia; la acritud; el arrebato; el ímpetu; la impetuosidad; la brusquedad; la causticidad
  3. la acritud
    la agudeza; la aspereza; la sequedad; la acritud; la brusquedad; la causticidad; el genio áspero
  4. la acritud
    la listeza; la agudez; la habilidad; la astucia; la agudeza; la viveza; la sagacidad; la vivacidad; la acritud
    • listeza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • agudez [la ~] zelfstandig naamwoord
    • habilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • astucia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • agudeza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • viveza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sagacidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vivacidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • acritud [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. la acritud
    la agudeza; la aspereza; la sequedad; la acritud; la brusquedad; el genio áspero
  6. la acritud
    la acritud
    • acritud [la ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "acritud":

  • acritudes

Alternatieve synoniemen voor "acritud":