Spaanse synoniemen van culto, ander woord voor culto

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor culto in het Spaans

culto
erudito; cultivado; culto; especializado; docto
- erudito bijvoeglijk naamwoord
- cultivado bijvoeglijk naamwoord
- culto bijvoeglijk naamwoord
- especializado bijvoeglijk naamwoord
- docto bijvoeglijk naamwoord
culto
culto; espiritual; intelectual
- culto bijvoeglijk naamwoord
- espiritual bijvoeglijk naamwoord
- intelectual bijvoeglijk naamwoord
culto
civilizado; educado; decente; correcto; culto; bien educado
- civilizado bijvoeglijk naamwoord
- educado bijvoeglijk naamwoord
- decente bijvoeglijk naamwoord
- correcto bijvoeglijk naamwoord
- culto bijvoeglijk naamwoord
- bien educado bijvoeglijk naamwoord
culto
conveniente; cultivado; atento; cortés; civilizado; culto
- conveniente bijvoeglijk naamwoord
- cultivado bijvoeglijk naamwoord
- atento bijvoeglijk naamwoord
- cortés bijvoeglijk naamwoord
- civilizado bijvoeglijk naamwoord
- culto bijvoeglijk naamwoord

el culto
la religión; la convicción religiosa; la creencia; el culto; la convicciones religiosas; la convicciones; la creencias
- religión [la ~] zelfstandig naamwoord
- convicción religiosa [la ~] zelfstandig naamwoord
- creencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- culto [el ~] zelfstandig naamwoord
- convicciones religiosas [la ~] zelfstandig naamwoord
- convicciones [la ~] zelfstandig naamwoord
- creencias [la ~] zelfstandig naamwoord
el culto
la adoración; la veneración; el culto
- adoración [la ~] zelfstandig naamwoord
- veneración [la ~] zelfstandig naamwoord
- culto [el ~] zelfstandig naamwoord
el culto
la religión; el crédito; la convicción religiosa; el culto; la creencias; la doctrina; la creencia; la inclinación; la convicciones
- religión [la ~] zelfstandig naamwoord
- crédito [el ~] zelfstandig naamwoord
- convicción religiosa [la ~] zelfstandig naamwoord
- culto [el ~] zelfstandig naamwoord
- creencias [la ~] zelfstandig naamwoord
- doctrina [la ~] zelfstandig naamwoord
- creencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- inclinación [la ~] zelfstandig naamwoord
- convicciones [la ~] zelfstandig naamwoord
el culto
el culto
- culto [el ~] zelfstandig naamwoord
el culto
el culto; el oficio; el rito religioso; la ceremonia religiosa
- culto [el ~] zelfstandig naamwoord
- oficio [el ~] zelfstandig naamwoord
- rito religioso [el ~] zelfstandig naamwoord
- ceremonia religiosa [la ~] zelfstandig naamwoord

la culto
la culto; la civilizado
- culto [la ~] zelfstandig naamwoord
- civilizado [la ~] zelfstandig naamwoord