Spaanse synoniemen van humor, ander woord voor humor

Remove Ads

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor humor in het Spaans

humor:

humor [el ~] zelfstandig naamwoord

el humor
el humor
- humor [el ~] zelfstandig naamwoord
el humor
el estado emocional; el humor; el estado de ánimo
- estado emocional [el ~] zelfstandig naamwoord
- humor [el ~] zelfstandig naamwoord
- estado de ánimo [el ~] zelfstandig naamwoord
el humor
la impresión; el humor
- impresión [la ~] zelfstandig naamwoord
- humor [el ~] zelfstandig naamwoord
el humor
la situación; el estado; la condición en que se halla alguien o algo; el humor; el estado de ánimo
- situación [la ~] zelfstandig naamwoord
- estado [el ~] zelfstandig naamwoord
- condición en que se halla alguien o algo [la ~] zelfstandig naamwoord
- humor [el ~] zelfstandig naamwoord
- estado de ánimo [el ~] zelfstandig naamwoord
el humor
el estado emocional; el humor; el ánimo; la condición; el talante; el mal humor; la condición del espíritu
- estado emocional [el ~] zelfstandig naamwoord
- humor [el ~] zelfstandig naamwoord
- ánimo [el ~] zelfstandig naamwoord
- condición [la ~] zelfstandig naamwoord
- talante [el ~] zelfstandig naamwoord
- mal humor [el ~] zelfstandig naamwoord
- condición del espíritu [la ~] zelfstandig naamwoord
el humor
el sentimiento; el instinto; el sentido; la impresión; la deriva; el presentimiento; el acicate; el estímulo; el humor; la impulsión; el arranque; el empuje; el impulso; el arrebato
- sentimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- instinto [el ~] zelfstandig naamwoord
- sentido [el ~] zelfstandig naamwoord
- impresión [la ~] zelfstandig naamwoord
- deriva [la ~] zelfstandig naamwoord
- presentimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- acicate [el ~] zelfstandig naamwoord
- estímulo [el ~] zelfstandig naamwoord
- humor [el ~] zelfstandig naamwoord
- impulsión [la ~] zelfstandig naamwoord
- arranque [el ~] zelfstandig naamwoord
- empuje [el ~] zelfstandig naamwoord
- impulso [el ~] zelfstandig naamwoord
- arrebato [el ~] zelfstandig naamwoord
el humor
el ánimo; el humor; la condición; el estado de ánimo; el estado emocional; la condición del espíritu
- ánimo [el ~] zelfstandig naamwoord
- humor [el ~] zelfstandig naamwoord
- condición [la ~] zelfstandig naamwoord
- estado de ánimo [el ~] zelfstandig naamwoord
- estado emocional [el ~] zelfstandig naamwoord
- condición del espíritu [la ~] zelfstandig naamwoord
el humor
el capricho; la manía; el humor; el mal humor
- capricho [el ~] zelfstandig naamwoord
- manía [la ~] zelfstandig naamwoord
- humor [el ~] zelfstandig naamwoord
- mal humor [el ~] zelfstandig naamwoord
el humor
la disposición; el estado de ánimo; el humor
- disposición [la ~] zelfstandig naamwoord
- estado de ánimo [el ~] zelfstandig naamwoord
- humor [el ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "humor":

humores

Alternatieve synoniemen voor "humor":

ánimo; talante; actitud
baba; espumarajo; saliva; babaza; salivazo; espumajo
bilis; hiel; atrabilis; enojo; cólera; inquina; amargura; desabrimiento; irritación; aspereza; cabreo; acrimonia; malhumor; enfado; mosqueo; rebote; disgusto
gracia; agudeza; chispa; gracejo
lágrima; excreción; secreción; gota
líquido; fluido; licor; acuosidad
linfa; jugo; serosidad

Verwante synoniemen voor humor

Remove Ads

Synoniemen voor "humor" in het Spaans

Uitgebreide synoniemen voor humor in het Spaans

humor:

humor [el ~] zelfstandig naamwoord

el humor

el humor

el humor

el humor

el humor

el humor

el humor

el humor

el humor

Verwante woorden van "humor":

Alternatieve synoniemen voor "humor":

Verwante synoniemen voor humor