Spaanse synoniemen van protesta, ander woord voor protesta

Remove Ads

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

protesta:
- protesta; objeción; lamentación; desarrollo; llanto; alboroto; disturbio; rebelión; conmoción; resistencia; oposición; sublevación; revuelta; agitación; motín; rebeldía; disturbios; trifulca; tumulto; pugilato; amotinamiento; insurrección; conmoción popular; aversión; viento en contra; levantamiento popular; obstruccionisno; alzamiento; rebelión popular; viento adverso; movimiento de resistencia
protestar:
- protestar; negar; objetar; contradecir; argumentar; discutir; debatir; replicar; argüir; rebatir; apelar; recurrir

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor protesta in het Spaans

protesta:

protesta [la ~] zelfstandig naamwoord

la protesta
la protesta; la objeción
- protesta [la ~] zelfstandig naamwoord
- objeción [la ~] zelfstandig naamwoord
la protesta
la objeción; la lamentación; el desarrollo; la protesta; el llanto
- objeción [la ~] zelfstandig naamwoord
- lamentación [la ~] zelfstandig naamwoord
- desarrollo [el ~] zelfstandig naamwoord
- protesta [la ~] zelfstandig naamwoord
- llanto [el ~] zelfstandig naamwoord
la protesta
el alboroto; el disturbio; la rebelión; la protesta; la conmoción; la resistencia; la oposición; la sublevación; la revuelta; la agitación; el motín; la rebeldía; el disturbios; la trifulca; el tumulto; el pugilato; el amotinamiento
- alboroto [el ~] zelfstandig naamwoord
- disturbio [el ~] zelfstandig naamwoord
- rebelión [la ~] zelfstandig naamwoord
- protesta [la ~] zelfstandig naamwoord
- conmoción [la ~] zelfstandig naamwoord
- resistencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- oposición [la ~] zelfstandig naamwoord
- sublevación [la ~] zelfstandig naamwoord
- revuelta [la ~] zelfstandig naamwoord
- agitación [la ~] zelfstandig naamwoord
- motín [el ~] zelfstandig naamwoord
- rebeldía [la ~] zelfstandig naamwoord
- disturbios [el ~] zelfstandig naamwoord
- trifulca [la ~] zelfstandig naamwoord
- tumulto [el ~] zelfstandig naamwoord
- pugilato [el ~] zelfstandig naamwoord
- amotinamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
la protesta
la rebelión; la resistencia; la insurrección; la conmoción popular; la sublevación; la protesta; el motín; el disturbio; la aversión; el viento en contra; el levantamiento popular; el obstruccionisno; el desarrollo; la oposición; la revuelta; el alzamiento; la rebeldía; la trifulca; el amotinamiento; la rebelión popular; el viento adverso
- rebelión [la ~] zelfstandig naamwoord
- resistencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- insurrección [la ~] zelfstandig naamwoord
- conmoción popular [la ~] zelfstandig naamwoord
- sublevación [la ~] zelfstandig naamwoord
- protesta [la ~] zelfstandig naamwoord
- motín [el ~] zelfstandig naamwoord
- disturbio [el ~] zelfstandig naamwoord
- aversión [la ~] zelfstandig naamwoord
- viento en contra [el ~] zelfstandig naamwoord
- levantamiento popular [el ~] zelfstandig naamwoord
- obstruccionisno [el ~] zelfstandig naamwoord
- desarrollo [el ~] zelfstandig naamwoord
- oposición [la ~] zelfstandig naamwoord
- revuelta [la ~] zelfstandig naamwoord
- alzamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- rebeldía [la ~] zelfstandig naamwoord
- trifulca [la ~] zelfstandig naamwoord
- amotinamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- rebelión popular [la ~] zelfstandig naamwoord
- viento adverso [el ~] zelfstandig naamwoord
la protesta
el desarrollo; la resistencia; la oposición; la protesta; la aversión; el viento adverso; el viento en contra; el obstruccionisno
- desarrollo [el ~] zelfstandig naamwoord
- resistencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- oposición [la ~] zelfstandig naamwoord
- protesta [la ~] zelfstandig naamwoord
- aversión [la ~] zelfstandig naamwoord
- viento adverso [el ~] zelfstandig naamwoord
- viento en contra [el ~] zelfstandig naamwoord
- obstruccionisno [el ~] zelfstandig naamwoord
la protesta
la resistencia; el movimiento de resistencia; la oposición; la protesta
- resistencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- movimiento de resistencia [el ~] zelfstandig naamwoord
- oposición [la ~] zelfstandig naamwoord
- protesta [la ~] zelfstandig naamwoord
la protesta
la oposición; la sublevación; la revuelta; el alzamiento; la protesta; el motín; la insurrección; la rebeldía; el disturbio; la rebelión; la trifulca; el amotinamiento; la rebelión popular; el levantamiento popular; la conmoción popular
- oposición [la ~] zelfstandig naamwoord
- sublevación [la ~] zelfstandig naamwoord
- revuelta [la ~] zelfstandig naamwoord
- alzamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- protesta [la ~] zelfstandig naamwoord
- motín [el ~] zelfstandig naamwoord
- insurrección [la ~] zelfstandig naamwoord
- rebeldía [la ~] zelfstandig naamwoord
- disturbio [el ~] zelfstandig naamwoord
- rebelión [la ~] zelfstandig naamwoord
- trifulca [la ~] zelfstandig naamwoord
- amotinamiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- rebelión popular [la ~] zelfstandig naamwoord
- levantamiento popular [el ~] zelfstandig naamwoord
- conmoción popular [la ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "protesta":

juramento; palabrota; blasfemia; reniego; taco; denuesto; maldición; imprecación; insulto; dicterio; grosería; irreverencia; execración; injuria; ultraje; vituperio
reclamación; exigencia; petición; demanda

protesta vorm van protestar:

protestar werkwoord

protestar
protestar; negar; objetar; contradecir; argumentar; discutir; debatir; replicar; argüir; rebatir
- protestar werkwoord
- negar werkwoord
- objetar werkwoord
- contradecir werkwoord
- argumentar werkwoord
- discutir werkwoord
- debatir werkwoord
- replicar werkwoord
- argüir werkwoord
- rebatir werkwoord
protestar
apelar; recurrir; protestar
- apelar werkwoord
- recurrir werkwoord
- protestar werkwoord

Conjugations for protestar:

presente

protesto
protestas
protesta
protestamos
protestáis
protestan

imperfecto

protestaba
protestabas
protestaba
protestábamos
protestabais
protestaban

indefinido

protesté
protestaste
protestó
protestamos
protestasteis
protestaron

fut. de ind.

protestaré
protestarás
protestará
protestaremos
protestaréis
protestarán

condic.

protestaría
protestarías
protestaría
protestaríamos
protestaríais
protestarían

pres. de subj.

que proteste
que protestes
que proteste
que protestemos
que protestéis
que protesten

imp. de subj.

que protestara
que protestaras
que protestara
que protestáramos
que protestarais
que protestaran

miscelánea

¡protesta!
¡protestad!
¡no protestes!
¡no protestéis!
protestado
protestando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Alternatieve synoniemen voor "protestar":

gruñir; murmurar; refunfuñar; rezongar; regañar; renegar
reclamar; pedir; exigir; demandar; requerir

Remove Ads

Synoniemen voor "protesta" in het Spaans

Uitgebreide synoniemen voor protesta in het Spaans

protesta:

protesta [la ~] zelfstandig naamwoord

la protesta

la protesta

la protesta

la protesta

la protesta

la protesta

la protesta

Alternatieve synoniemen voor "protesta":

protesta vorm van protestar:

protestar werkwoord

protestar

protestar

Conjugations for protestar:

presente

imperfecto

indefinido

fut. de ind.

condic.

pres. de subj.

imp. de subj.

miscelánea

Alternatieve synoniemen voor "protestar":