Anochecer in het Frans vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Frans: Meer gegevens...

anochecer:
- ombre; noir; nuit; obscurité; ténèbres; crépuscule; temps de crépuscule
Wiktionary:
- anochecer → tombée de la nuit, commencer à faire jour

Spaans

Uitgebreide vertaling voor anochecer (Spaans) in het Frans

el anochecer (luz crepuscular; atardecer; claroscuro)
l'ombre; le noir; la nuit; l'obscurité; la ténèbres
- ombre [la ~] zelfstandig naamwoord
- noir [le ~] zelfstandig naamwoord
- nuit [la ~] zelfstandig naamwoord
- obscurité [la ~] zelfstandig naamwoord
- ténèbres [la ~] zelfstandig naamwoord
el anochecer (crepúsculo; atardecer)
le crépuscule; le temps de crépuscule
- crépuscule [le ~] zelfstandig naamwoord
- temps de crépuscule [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
crépuscule	anochecer; atardecer; crepúsculo	crepúsculo; hora del crepúsculo; penumbra
noir	anochecer; atardecer; claroscuro; luz crepuscular	hombre de color; negra; negro; negrura; oscuridad; penumbra; persona de color; ser negro; vaguedad
nuit	anochecer; atardecer; claroscuro; luz crepuscular	alojamiento; hospedaje; noche; oscuridad; penumbra
obscurité	anochecer; atardecer; claroscuro; luz crepuscular	bruma; neblina; niebla; oscuridad; penumbra; vaguedad
ombre	anochecer; atardecer; claroscuro; luz crepuscular	aparición; asomo; atisbo; chispa; dejo; dirección de inclinación del pelo; estatura; excusa; fantasma; figura; forma; impresión; perfil; rasgo; silueta; sombra; sombra paralela; tamaño; visión
temps de crépuscule	anochecer; atardecer; crepúsculo
ténèbres	anochecer; atardecer; claroscuro; luz crepuscular	infierno; infiernos; oscuridad; penumbra; tinieblas; vaguedad
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ombre		sombra
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
noir		clandestino; ilegal; melancólico; negro; oscuro; triste

Cross Translation:

From	To	Via
• anochecer	→ tombée de la nuit	↔ dark — nightfall
• anochecer	→ tombée de la nuit	↔ nightfall — the close of the day; the coming of night
• anochecer	→ commencer à faire jour	↔ schemeren — donker of licht worden, tussen licht en donker zijn