Home ->Woordenboeken ->Spaans/Frans ->Vertaal hongos

Vertaal hongos van Spaans naar Frans

Overzicht

Spaans naar Frans: Meer gegevens...

hongos:
- moisissure; moisi; chevaux blancs
hongo:
- champignon
Wiktionary:
- hongo → champignon
- hongo → chapeau melon, fongus, champignon, melon

Spaans

Uitgebreide vertaling voor hongos (Spaans) in het Frans

hongos:

hongos [el ~] zelfstandig naamwoord

el hongos (mohos)
la moisissure; le moisi; le chevaux blancs
- moisissure [la ~] zelfstandig naamwoord
- moisi [le ~] zelfstandig naamwoord
- chevaux blancs [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hongos:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
chevaux blancs	hongos; mohos
moisi	hongos; mohos	carcoma; deterioro; erupción cutánea; hongo cutáneo; irritación cutánea; psoriásis; putrefacción
moisissure	hongos; mohos	carcoma; deterioro; erupción cutánea; hongo cutáneo; irritación cutánea; psoriásis; putrefacción
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
moisi		corrompido; enmohecido; indecente; inmoral; maligno; malo; mohoso; perverso; podrido; putrefacto; rancio; vicioso

Verwante woorden van "hongos":

hongo

hongos vorm van hongo:

hongo [el ~] zelfstandig naamwoord

el hongo (seta; champiñón)
le champignon
- champignon [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hongo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
champignon	champiñón; hongo; seta

Verwante woorden van "hongo":

hongos

Synoniemen voor "hongo":

bimba; sombrero; chistera; borrachera; melopea; curda; mona; embriaguez; ebriedad; merluza; tajada; cogorza; moña; llorona; tranca; tablón; turca; juma; jumera; pea; pítima; manta; pedal; pedo; cuelgue
bombín
liquen; alga

Wiktionary: hongo

hongo

noun

(botanique) Organisme eucaryote pluricellulaire, comportant un ensemble d’hyphes formant le mycélium (appareil végétatif, filaments blanchâtres).
- champignon → seta; champiñón; hongo

Cross Translation:

From	To	Via
• hongo	→ chapeau melon	↔ bowler hat — hard round black felt hat
• hongo	→ fongus	↔ fungus — any member of the kingdom Fungi
• hongo	→ champignon	↔ mushroom — fruiting body of a fungus
• hongo	→ fongus	↔ schimmels — biologie\|nld taxonomisch rijk dat nauw verwant is aan het dierenrijk.
• hongo	→ melon	↔ bolhoed — kleding\|nld een ronde bolvormige hoed
• hongo	→ champignon	↔ Pilz — oberirdisch wachsendes Teil eines Pilzes^[1] aus fleischigem Stiel und Hut
• hongo	→ champignon	↔ Schwamm — mundartlich für Pilze (in Österreich und Alt-Bayern meist Verkleinerungsform Schwammerl, in Teilen Sachsens und im Erzgebirge Verkleinerungsform Schwämmel)