Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: artículo

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: artículo

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. artículo:
  2. articular:
  3. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor artículo (Spaans) in het Nederlands

artículo:

artículo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el artículo (cláusula; estipulación)
    de clausule; het beding; het artikel
    • clausule [de ~] zelfstandig naamwoord
    • beding [het ~] zelfstandig naamwoord
    • artikel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. el artículo (objeto; cosa; bien)
    het goed; het artikel; het voorwerp; het item; het ding; het object; de zaak
    • goed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • artikel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • voorwerp [het ~] zelfstandig naamwoord
    • item [het ~] zelfstandig naamwoord
    • ding [het ~] zelfstandig naamwoord
    • object [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zaak [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. el artículo
    het lidwoord
    • lidwoord [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. el artículo
    het artikel
    • artikel [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. el artículo
    het artikel; het item
    • artikel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • item [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. el artículo (material básico)
    de grondstof; het materiaal; de bouwstof
  7. el artículo (ensayo; trabajo escrito; disertación; )
    het essay; de verhandeling
  8. el artículo (cláusula)
    de zinsnede
  9. el artículo (palabra principal; entrada; palabra clave)
    het lemma; hoofdwoord
    • lemma [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hoofdwoord [znw.] zelfstandig naamwoord

artículo

  1. artículo (elemento para exponer)
    het bericht
    • bericht [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor artículo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
artikel artículo; bien; cláusula; cosa; estipulación; objeto artículo de la ley; publicación
beding artículo; cláusula; estipulación acción judicial; cláusula; condición; criterio; cuadro; estado; estipulación; exigencia; forma física; requisito; restricción
bericht artículo; elemento para exponer anuncio; aviso; comunicación; documento; información; informe; mención; mensaje; mensuario; noticia; notificación; publicación; referencia; relación; revista mensual; revista semanal; semanario; versión
bouwstof artículo; material básico
clausule artículo; cláusula; estipulación cláusula contractual
ding artículo; bien; cosa; objeto
essay artículo; discurso; disertación; documento; ensayo; ponencia; trabajo escrito
goed artículo; bien; cosa; objeto ropa; tejido; tela
grondstof artículo; material básico materia prima
hoofdwoord artículo; entrada; palabra clave; palabra principal
item artículo; bien; cosa; objeto elemento; elemento de Outlook
lemma artículo; entrada; palabra clave; palabra principal
lidwoord artículo
materiaal artículo; material básico artículos; chismes; cosa; enseres; material; menesters; substancia; útiles
object artículo; bien; cosa; objeto objeto
verhandeling artículo; discurso; disertación; documento; ensayo; ponencia; trabajo escrito proyecto; tesina; tesis
voorwerp artículo; bien; cosa; objeto
zaak artículo; bien; cosa; objeto acuerdo; asunto; casa de comercio; casa mercantil; caso; comercio; cosa; cuestión; empresa; empresa comercial; mercancías; negocio; operación comercial; tienda; transacción
zinsnede artículo; cláusula
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
goed acertado; bien; bueno; correcto; exactamente; exacto; justamente; justo

Verwante woorden van "artículo":


Synoniemen voor "artículo":


Wiktionary: artículo

artículo
noun
  1. het eerste woord van een artikel in een woordenboek of encyclopedie
  2. een woordenboekartikel
  3. (grammatica, nld) staat voor een zelfstandig naamwoord, geeft de bepaaldheid aan; wordt ook gebruikt om het woordgeslacht aan te geven
Cross Translation:
FromToVia
• artículo → artikel ↔ article — story, report, or opinion piece
• artículo → lidwoord ↔ article — part of speech that specifies a noun
• artículo → artikel ↔ article — section of a legal document
• artículo → artikel; trefwoord ↔ entry — article in a dictionary or encyclopedia
• artículo → document; werk; eindwerk ↔ paper — written document shorter than a book
• artículo → document ↔ Papier — Schriftstück in kleiner Auflage, meist dünner als ein Buch
• artículo → artikel ↔ Artikel — Grammatik: das Geschlechtswort, eine Wortart
• artículo → artikel ↔ Artikel — Rechtswesen: Abschnitt eines Gesetzes, Manifests und dergleichen
• artículo → artikel ↔ Artikel — Journalistik: kurzer, in sich abgeschlossener Text im Rahmen einer Zeitung, Zeitschrift oder eines Buches
• artículo → artikel ↔ Artikel — Handel: bestimmte Art von Ware
• artículo → artikel ↔ article — texte
• artículo → lidwoord ↔ article — mot-outil introduisant un syntagme nominal

articular:

articular werkwoord

  1. articular
    articuleren
    • articuleren werkwoord (articuleer, articuleert, articuleerde, articuleerden, gearticuleerd)

Conjugations for articular:

presente
  1. articulo
  2. articulas
  3. articula
  4. articulamos
  5. articuláis
  6. articulan
imperfecto
  1. articulaba
  2. articulabas
  3. articulaba
  4. articulábamos
  5. articulabais
  6. articulaban
indefinido
  1. articulé
  2. articulaste
  3. articuló
  4. articulamos
  5. articulasteis
  6. articularon
fut. de ind.
  1. articularé
  2. articularás
  3. articulará
  4. articularemos
  5. articularéis
  6. articularán
condic.
  1. articularía
  2. articularías
  3. articularía
  4. articularíamos
  5. articularíais
  6. articularían
pres. de subj.
  1. que articule
  2. que articules
  3. que articule
  4. que articulemos
  5. que articuléis
  6. que articulen
imp. de subj.
  1. que articulara
  2. que articularas
  3. que articulara
  4. que articuláramos
  5. que articularais
  6. que articularan
miscelánea
  1. ¡articula!
  2. ¡articulad!
  3. ¡no articules!
  4. ¡no articuléis!
  5. articulado
  6. articulando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor articular:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
articuleren articular

Synoniemen voor "articular":


Wiktionary: articular

articular
adjective
  1. met betrekking tot een gewricht
verb
  1. de uitspraakklanken zorgvuldig vormen
Cross Translation:
FromToVia
• articular → uitspreken; articuleren; verzorgen ↔ articulate — to speak clearly

Verwante vertalingen van artículo







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0647 seconde
Page rendered in 1.0 seconds