Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: quién

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: quién

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

quien:
- degene; diegene
quién:
- wie
Wiktionary:
- quién → wie
- quien → die, dat, van wie, wiens, wier, waarvan, waarvandaan, waarom, waarover

Spaans

Uitgebreide vertaling voor quién (Spaans) in het Nederlands

quien:

quien [el ~] zelfstandig naamwoord

el quien (el que; la que)
degene; diegene
- degene [znw.] zelfstandig naamwoord
- diegene [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor quien:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
degene	el que; la que; quien
diegene	el que; la que; quien
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
degene		aquel que; aquella; aquellas; aquello; aquellos; el cual; el que
diegene		aquel que; aquella; aquellas; aquello; aquellos; el cual; el que
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
degene		el que

Wiktionary: quien

Cross Translation:

From	To	Via
• quien	→ die; dat	↔ which — (relative) who, whom, what
• quien	→ die	↔ who — who (relative pronoun)
• quien	→ van wie; wiens; wier	↔ whose — of whom (interrogative)
• quien	→ van wie; wiens; wier	↔ whose — of whom (relative)
• quien	→ waarvan; waarvandaan; waarom; waarover	↔ dont — De qui, de quoi, duquel, de laquelle, desquels, desquelles.

quién:

quién

quién
wie
- wie

Vertaal Matrix voor quién:

Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
wie	quién

Wiktionary: quién

quién

vragend voornaamwoord
- wie → quién

Cross Translation:

From	To	Via
• quién	→ wie	↔ who — who? (interrogative pronoun)

Verwante vertalingen van quién