Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: recién

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: recién

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

recien:
- nog maar pas; net
recién:
- kortgeleden; recentelijk; onlangs; laatstelijk; laatst; pas; kortelings; zoëven; zonet; zojuist; juist
Wiktionary:
- recién → daarnet, pas
- recién → spiksplinternieuw, splinternieuw, gloednieuw, onlangs

Spaans

Uitgebreide vertaling voor recién (Spaans) in het Nederlands

recien:

recien bijvoeglijk naamwoord

recien (recientemente)
nog maar pas; net
- nog maar pas bijvoeglijk naamwoord
- net bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor recien:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
net		cadena; red; telaraña
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
net	recien; recientemente	casto; claro; con exactitud; con mucho cuidado; con precisión; concienzudo; cuidado; cuidadoso; escrupuloso; exacto; hace poco tiempo; honesto; inmaculado; justamente; justo; limpio; meticuloso; minucioso; precisamente; preciso; pulcro; puntual; puro; púdico
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nog maar pas	recien; recientemente

recién:

recién bijvoeglijk naamwoord

recién (recientemente; poco tiempo atrás; el otro día; hace poco)
kortgeleden; recentelijk; onlangs; laatstelijk; laatst; pas; kortelings
- kortgeleden bijwoord
- recentelijk bijwoord
- onlangs bijwoord
- laatstelijk bijwoord
- laatst bijvoeglijk naamwoord
- pas bijwoord
- kortelings bijwoord
recién (hace un momento)
zoëven; zonet; zojuist
- zoëven bijvoeglijk naamwoord
- zonet bijwoord
- zojuist bijwoord
recién
zoëven; juist
- zoëven bijvoeglijk naamwoord
- juist bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor recién:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pas		pasaje de montaña; pasaporte; pase; paso; pisada; puerto de montaña; tarjeta de banco; tarjeta de garantía
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
juist	recién	acertado; adecuado; apropiado; bien; bueno; calculador; como corresponde; con exactitud; con precisión; correcto; debidamente; exactamente; exacto; hace poco tiempo; justamente; justo; precisamente; preciso
laatst	el otro día; hace poco; poco tiempo atrás; recientemente; recién
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kortelings	el otro día; hace poco; poco tiempo atrás; recientemente; recién
kortgeleden	el otro día; hace poco; poco tiempo atrás; recientemente; recién
laatstelijk	el otro día; hace poco; poco tiempo atrás; recientemente; recién	ultimamente
onlangs	el otro día; hace poco; poco tiempo atrás; recientemente; recién
pas	el otro día; hace poco; poco tiempo atrás; recientemente; recién	hace poco tiempo; justamente
recentelijk	el otro día; hace poco; poco tiempo atrás; recientemente; recién
zojuist	hace un momento; recién	hace poco tiempo; justamente
zonet	hace un momento; recién	hace poco tiempo; justamente
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
zoëven	hace un momento; recién	hace rato

Wiktionary: recién

recién

adverb

een korte tijd geleden
- daarnet → hace un momento; recién
even tevoren
- pas → sólo; recién

Cross Translation:

From	To	Via
• recién	→ spiksplinternieuw; splinternieuw; gloednieuw	↔ brand new — utterly new
• recién	→ onlangs	↔ unlängst — schriftsprachlich: vor nicht allzu langer Zeit

Verwante vertalingen van recién