Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. apetecer:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor apetecer (Spaans) in het Nederlands

apetecer:

apetecer werkwoord

  1. apetecer (gustar)
    houden van; lekker vinden; lusten

Vertaal Matrix voor apetecer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lusten afánes; deseos; ganas; gozos; gustos; sensualidades
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
houden van apetecer; gustar amar; mantener; querer
lekker vinden apetecer; gustar
lusten apetecer; gustar

Synoniemen voor "apetecer":


Wiktionary: apetecer

apetecer
verb
  1. iets erg graag willen hebben

Cross Translation:
FromToVia
apetecer zin hebben feel like — to have a desire for something, or to do something