Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor arcén (Spaans) in het Nederlands

arcén:

arcén [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el arcén (refugio; loma artificial; isla; isleta)
    de pechstrook; de vluchtstrook
  2. el arcén (talud; pendiente; cuesta; )
    de helling; het talud; de afgang; de glooiing; de berm; dijkhelling
    • helling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • talud [het ~] zelfstandig naamwoord
    • afgang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • glooiing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • berm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • dijkhelling [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor arcén:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afgang arcén; cuesta; declive; grada; inclinación; pendiente; rampa; talud; terraplén; vertiente chasco; debacle; derrota; desacierto; descalabro; fallo; fiasco; fracaso; malogro; pérdida
berm arcén; cuesta; declive; grada; inclinación; pendiente; rampa; talud; terraplén; vertiente
dijkhelling arcén; cuesta; declive; grada; inclinación; pendiente; rampa; talud; terraplén; vertiente
glooiing arcén; cuesta; declive; grada; inclinación; pendiente; rampa; talud; terraplén; vertiente cuesta; declive; vertiente; ángulo del declive
helling arcén; cuesta; declive; grada; inclinación; pendiente; rampa; talud; terraplén; vertiente
pechstrook arcén; isla; isleta; loma artificial; refugio
talud arcén; cuesta; declive; grada; inclinación; pendiente; rampa; talud; terraplén; vertiente
vluchtstrook arcén; isla; isleta; loma artificial; refugio

Verwante woorden van "arcén":