Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cláusula:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor cláusula (Spaans) in het Nederlands

cláusula:

cláusula [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cláusula (artículo; estipulación)
    de clausule; het beding; het artikel
    • clausule [de ~] zelfstandig naamwoord
    • beding [het ~] zelfstandig naamwoord
    • artikel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la cláusula (condición; requisito; exigencia; estipulación)
    de voorwaarde; het beding
    • voorwaarde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • beding [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la cláusula (condición; requisito; criterio; )
    de conditie; het criterium; de voorwaarde; kriterium; de beperking; de bepaling; het beding; de eis
    • conditie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • criterium [het ~] zelfstandig naamwoord
    • voorwaarde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kriterium [znw.] zelfstandig naamwoord
    • beperking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bepaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • beding [het ~] zelfstandig naamwoord
    • eis [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. la cláusula (cláusula adverbial)
    bijwoordelijke bepaling; de bepaling
  5. la cláusula (frase; grupo de palabras)
    de woordgroep; de bepaling
  6. la cláusula (artículo)
    de zinsnede

Vertaal Matrix voor cláusula:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
artikel artículo; cláusula; estipulación artículo; artículo de la ley; bien; cosa; objeto; publicación
beding acción judicial; artículo; cláusula; condición; criterio; cuadro; estado; estipulación; exigencia; forma física; requisito; restricción
bepaling acción judicial; cláusula; cláusula adverbial; condición; criterio; cuadro; estado; estipulación; forma física; frase; grupo de palabras; requisito; restricción complemento adjetival; definición; determinación; proveer de palos o pilotes
beperking acción judicial; cláusula; condición; criterio; cuadro; estado; estipulación; forma física; requisito; restricción propiedad limitada; propiedades limitadas de recursos; restricción
bijwoordelijke bepaling cláusula; cláusula adverbial
clausule artículo; cláusula; estipulación cláusula contractual
conditie acción judicial; cláusula; condición; criterio; cuadro; estado; estipulación; forma física; requisito; restricción condición; estado; forma; forma física; situación
criterium acción judicial; cláusula; condición; criterio; cuadro; estado; estipulación; forma física; requisito; restricción
eis acción judicial; cláusula; condición; criterio; cuadro; estado; estipulación; forma física; requisito; restricción acción judicial; condición; demanda; demanda judicial; exigencia; reclamación
kriterium acción judicial; cláusula; condición; criterio; cuadro; estado; estipulación; forma física; requisito; restricción
voorwaarde acción judicial; cláusula; condición; criterio; cuadro; estado; estipulación; exigencia; forma física; requisito; restricción condición; limitación; límites; premisa; requisito; reserva; restricción; salvedad
woordgroep cláusula; frase; grupo de palabras
zinsnede artículo; cláusula

Verwante woorden van "cláusula":

  • cláusulas

Wiktionary: cláusula

cláusula
noun
  1. een voorwaarde
  2. een extra bepaling in een ambtelijke brief.

Cross Translation:
FromToVia
cláusula clausule clause — separate part of a contract
cláusula clausule clausedisposition particulière faisant partie d’un traité, d’un contrat, d’un arrêté, d’une loi ou de tout autre acte public ou particulier, etc.

Verwante vertalingen van cláusula