Compañero de viaje in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

compañero de viaje:
- reisgenoot; reismakker; medepassagier; medereiziger; genoot

Spaans

Uitgebreide vertaling voor compañero de viaje (Spaans) in het Nederlands

el compañero de viaje
de reisgenoot; de reismakker
- reisgenoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- reismakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el compañero de viaje
de medepassagier
- medepassagier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el compañero de viaje
de medereiziger
- medereiziger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el compañero de viaje (camarada; compañero; amigo; acompañante; compadre; aliado; compañera de viaje; compañero de partido; socio; colega; compañera; asociado; partícipe; conviviente; compinche)
de genoot
- genoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
genoot	acompañante; aliado; amigo; asociado; camarada; colega; compadre; compañera; compañera de viaje; compañero; compañero de partido; compañero de viaje; compinche; conviviente; partícipe; socio
medepassagier	compañero de viaje
medereiziger	compañero de viaje
reisgenoot	compañero de viaje
reismakker	compañero de viaje