Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal dar libertad

Vertaal dar libertad van Spaans naar Nederlands

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. dar libertad:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor dar libertad (Spaans) in het Nederlands

dar libertad:

dar libertad werkwoord

  1. dar libertad (dejar libre; poner en libertad; libertar; )
    vrijlaten; in vrijheid stellen; bevrijden; losmaken; van de boeien ontdoen; loslaten
    • vrijlaten werkwoord (laat vrij, liet vrij, lieten vrij, vrijgelaten)
    • in vrijheid stellen werkwoord (stel in vrijheid, stelt in vrijheid, stelde in vrijheid, stelden in vrijheid, in vrijheid gesteld)
    • bevrijden werkwoord (bevrijd, bevrijdt, bevrijdde, bevrijdden, bevrijd)
    • losmaken werkwoord (maak los, maakt los, maakte los, maakten los, losgemaakt)
    • van de boeien ontdoen werkwoord (ontdoe van de boeien, ontdoet van de boeien, ontdeed van de boeien, ontdeden van de boeien, van de boeien ontdaan)
    • loslaten werkwoord (laat los, liet los, lieten los, losgelaten)
  2. dar libertad (excarcelar; poner en libertad; dejar marchar a una persona; )
    loslaten; vrijlaten; invrijheidstellen; laten gaan; amnestie verlenen
    • loslaten werkwoord (laat los, liet los, lieten los, losgelaten)
    • vrijlaten werkwoord (laat vrij, liet vrij, lieten vrij, vrijgelaten)
    • invrijheidstellen werkwoord
    • laten gaan werkwoord (laat gaan, liet gaan, lieten gaan, laten gaan)
    • amnestie verlenen werkwoord (verleen amnestie, verleent amnestie, verleende amnestie, verleenden amnestie, amnestie verleend)

Conjugations for dar libertad:

presente
  1. doy libertad
  2. das libertad
  3. da libertad
  4. damos libertad
  5. dáis libertad
  6. dan libertad
imperfecto
  1. daba libertad
  2. dabas libertad
  3. daba libertad
  4. dábamos libertad
  5. dabais libertad
  6. daban libertad
indefinido
  1. dí libertad
  2. diste libertad
  3. dió libertad
  4. dimos libertad
  5. disteis libertad
  6. dieron libertad
fut. de ind.
  1. daré libertad
  2. darás libertad
  3. dará libertad
  4. daremos libertad
  5. daréis libertad
  6. darán libertad
condic.
  1. daría libertad
  2. darías libertad
  3. daría libertad
  4. daríamos libertad
  5. daríais libertad
  6. darían libertad
pres. de subj.
  1. que dé libertad
  2. que des libertad
  3. que dé libertad
  4. que demos libertad
  5. que déis libertad
  6. que den libertad
imp. de subj.
  1. que diera libertad
  2. que dieras libertad
  3. que diera libertad
  4. que diéramos libertad
  5. que dierais libertad
  6. que dieran libertad
miscelánea
  1. ¡da! libertad
  2. ¡dad! libertad
  3. ¡no des! libertad
  4. ¡no déis! libertad
  5. dado libertad
  6. dando libertad
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor dar libertad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevrijden liberación; liberar; libertar; poner en libertad
loslaten liberación; liberar; libertar; poner en libertad
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amnestie verlenen amnistiar; dar libertad; dejar ir a una persona; dejar libre; dejar marchar a una persona; dejar sin ocupar; excarcelar; liberar; poner en libertad
bevrijden dar libertad; dejar; dejar libre; excarcelar; liberar; libertar; poner en libertad liberar
in vrijheid stellen dar libertad; dejar; dejar libre; excarcelar; liberar; libertar; poner en libertad
invrijheidstellen amnistiar; dar libertad; dejar ir a una persona; dejar libre; dejar marchar a una persona; dejar sin ocupar; excarcelar; liberar; poner en libertad
laten gaan amnistiar; dar libertad; dejar ir a una persona; dejar libre; dejar marchar a una persona; dejar sin ocupar; excarcelar; liberar; poner en libertad dejar ir; levantar; levantar la prohibición de; liberar; no tenaz; soltar
loslaten amnistiar; dar libertad; dejar; dejar ir a una persona; dejar libre; dejar marchar a una persona; dejar sin ocupar; excarcelar; liberar; libertar; poner en libertad liberar; soltar
losmaken dar libertad; dejar; dejar libre; excarcelar; liberar; libertar; poner en libertad abandonar; abrir; apartar; arrancar; asignar; causar; censurar; criticar; dejar; desabrochar; desanclar; desanudar; desatar; descolgar; desconectar; descoser; desenganchar; desentenderse; deshacer; desnudarse; despertar; despojarse de; desprenderse; destinar; desvincular; estirar; estirar el brazo; estirar el pie; extraer; hacer; limpiar a fondo; lograr desabrochar; lograr desanudar; lograr desprender; motivar; mullir; ocasionar; originar; producir; quitarse; relajar; reprochar; resumir; retirarse; sacar; sacar el estiércol; salir; salir de; separar; soltar; soltarse; tirar de; vaciar
van de boeien ontdoen dar libertad; dejar; dejar libre; excarcelar; liberar; libertar; poner en libertad desaherrojar
vrijlaten amnistiar; dar libertad; dejar; dejar ir a una persona; dejar libre; dejar marchar a una persona; dejar sin ocupar; excarcelar; liberar; libertar; poner en libertad

Verwante vertalingen van dar libertad







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0236 seconde
Page rendered in 1.0 seconds