Spaans

Uitgebreide vertaling voor deshecho (Spaans) in het Nederlands

deshecho:

deshecho bijvoeglijk naamwoord

  1. deshecho (desstrozado)
    getroffen; geraakt; kapot van; geëmotioneerd; aangedaan; aangeslagen; geroerd; aangegrepen
  2. deshecho (rectificado)
    ongedaan
  3. deshecho (separado; descompuesto)
    ontbonden; opgeheven; uiteengevallen; uiteengegaan
  4. deshecho (exhausto; rendido; hecho polvo; muerto de cansado; hecho migas)
    bekaf
    • bekaf bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor deshecho:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangedaan deshecho; desstrozado conmovido; emocionado; encadenado; eslabonado; movido
aangeslagen deshecho; desstrozado dañado; estropeado; hecho jirones; herido; violado
bekaf deshecho; exhausto; hecho migas; hecho polvo; muerto de cansado; rendido
geraakt deshecho; desstrozado conmovido
getroffen deshecho; desstrozado abrumado; afectado; alcanzado; anonadado; aturdido; atónito; confuso; conmovido; consternado; desconcertado; estupefacto; herido; impresionado; lesionado; pasmado; perplejo; siniestrado
geëmotioneerd deshecho; desstrozado conmovido; emocionado; lleno de sentimiento; movido
ongedaan deshecho; rectificado
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangegrepen deshecho; desstrozado
geroerd deshecho; desstrozado conmovido; emocionado; movido
kapot van deshecho; desstrozado
ontbonden descompuesto; deshecho; separado
opgeheven descompuesto; deshecho; separado
uiteengegaan descompuesto; deshecho; separado
uiteengevallen descompuesto; deshecho; separado

Verwante woorden van "deshecho":

  • deshecha, deshechas, deshechos

Synoniemen voor "deshecho":


Wiktionary: deshecho


Cross Translation:
FromToVia
deshecho verstoord distraught — Deeply hurt, saddened, or worried