Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. escolar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor escolar (Spaans) in het Nederlands

escolar:

escolar bijvoeglijk naamwoord

  1. escolar (en relación con el colegio)
    school-; schools; met betrekking tot school

escolar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el escolar (alumno; estudiante; pupilo; )
    de leerling; de scholier
    • leerling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • scholier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el escolar (alumno)
    jonge leerling; de pupil
  3. el escolar
    het schoolkind

Vertaal Matrix voor escolar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jonge leerling alumno; escolar
leerling alumna; alumno; aprendiz; chiquillo; discípula; discípulo; educando; escolar; estudiante; pupila; pupilo alumno
pupil alumno; escolar aprendiz; criado; gañán; peón; sirviente; yunta
scholier alumna; alumno; aprendiz; chiquillo; discípula; discípulo; educando; escolar; estudiante; pupila; pupilo
schoolkind escolar
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schools en relación con el colegio; escolar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
met betrekking tot school en relación con el colegio; escolar
school- en relación con el colegio; escolar

Synoniemen voor "escolar":


Wiktionary: escolar

escolar
adjective
  1. zoals op school

Cross Translation:
FromToVia
escolar universitair academic — member of an academy, college, or university
escolar academicus universitairepersonne qui faire partie de l’Université.

Verwante vertalingen van escolar