Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. estampido:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor estampido (Spaans) in het Nederlands

estampido:

estampido [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el estampido (explosión; estruendo; arranque; )
    de ontlading; plotselinge uitbarsting
  2. el estampido (berrido; grito; gemido; )
    het getier; gescheld
    • getier [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gescheld [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor estampido:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gescheld alarido; aullido; berrido; bramido; chillido; estampido; gemido; grito; rugido; vocería afrenta; bronca; ultraje
getier alarido; aullido; berrido; bramido; chillido; estampido; gemido; grito; rugido; vocería
ontlading arranque; arrebato; descarga; desembarque; detonaciones; detonación; erupción; estampido; estruendo; explosiones; explosión descarga; desembarque; entretenimiento; esparcimiento; reposo; vertido
plotselinge uitbarsting arranque; arrebato; descarga; desembarque; detonaciones; detonación; erupción; estampido; estruendo; explosiones; explosión

Verwante woorden van "estampido":

  • estampidos, estampida, estampidas

Synoniemen voor "estampido":