Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. grieta:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor grieta (Spaans) in het Nederlands

grieta:

grieta [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la grieta (fracción; rotura; ruptura; )
    de breuk; de scheur; de barst; de krak
    • breuk [de ~] zelfstandig naamwoord
    • scheur [de ~] zelfstandig naamwoord
    • barst [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • krak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la grieta (espacio intermedio; abismo; abertura; )
    de kloof; de tussenruimte; de uitsparing; de spleet; de opening
    • kloof [de ~] zelfstandig naamwoord
    • tussenruimte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • uitsparing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • spleet [de ~] zelfstandig naamwoord
    • opening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. la grieta (ranura; rendija)
    de opening; de gleuf; de sleuf; de kier
    • opening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gleuf [de ~] zelfstandig naamwoord
    • sleuf [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kier [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. la grieta (resquicio; intersticio)
    het kiertje
    • kiertje [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. la grieta (hendidura)
    de rotsspleet
  6. la grieta
    rotsspelonk

Vertaal Matrix voor grieta:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barst fracción; grieta; hendidura; quebradura; raja; rotura; ruptura entalladura; escopladura; muesca
breuk fracción; grieta; hendidura; quebradura; raja; rotura; ruptura fracción; fractura; interrupción; rotura; ruptura
gleuf grieta; ranura; rendija acequia; arruga; canal; canaladura; canalizo; corredera; cuca; hendidura; raja; ranura; regadera; rendija; roza; surco; zanja
kier grieta; ranura; rendija
kiertje grieta; intersticio; resquicio
kloof abertura; abismo; barranco; espacio; espacio intermedio; fisura; grieta; hendidura; intervalo; precipicio; quebrada alejamiento; barranco; canal; distancia; entalladura; escopladura; garganta; hendidura; intersticio; muesca; precipicio; quebrada; ranura; rendija; resquicio; surco; zanja
krak fracción; grieta; hendidura; quebradura; raja; rotura; ruptura
opening abertura; abismo; barranco; espacio; espacio intermedio; fisura; grieta; hendidura; intervalo; precipicio; quebrada; ranura; rendija abertura; acequia; arruga; boquete; brecha; canal; canaladura; canalizo; comienzo; corredera; cuca; entalladura; escopladura; hendidura; inicio; marco de la puerta; muesca; principio; raja; ranura; regadera; rendija; roza; surco; vano; zanja
rotsspelonk grieta
rotsspleet grieta; hendidura
scheur fracción; grieta; hendidura; quebradura; raja; rotura; ruptura descosido; entalladura; escopladura; muesca
sleuf grieta; ranura; rendija acequia; arruga; canal; canaladura; canalizo; corredera; cuca; hendidura; raja; ranura; regadera; rendija; roza; surco; zanja
spleet abertura; abismo; barranco; espacio; espacio intermedio; fisura; grieta; hendidura; intervalo; precipicio; quebrada
tussenruimte abertura; abismo; barranco; espacio; espacio intermedio; fisura; grieta; hendidura; intervalo; precipicio; quebrada
uitsparing abertura; abismo; barranco; espacio; espacio intermedio; fisura; grieta; hendidura; intervalo; precipicio; quebrada entalladura; escopladura; muesca

Synoniemen voor "grieta":


Wiktionary: grieta

grieta
noun
  1. een breuklijn in een breekbaar voorwerp

Cross Translation:
FromToVia
grieta barst; breuk crack — thin space opened in a previously solid material
grieta spleet fissure — a crack or opening, as in a rock
grieta spleet crevasse — Fente
grieta kloof crevasse — Fente à l’épiderme