Spaans
Uitgebreide vertaling voor inocente (Spaans) in het Nederlands
inocente:
-
inocente (cándido; inofensivo)
onschuldig; schuldloos; schuldeloos-
onschuldig bijvoeglijk naamwoord
-
schuldloos bijvoeglijk naamwoord
-
schuldeloos bijvoeglijk naamwoord
-
-
inocente (virgen; casto; pulcro; cándido; puro; inmaculado; decente)
puur; zuiver; maagdelijk; onschuldig; onbevlekt; rein; kuis-
puur bijvoeglijk naamwoord
-
zuiver bijvoeglijk naamwoord
-
maagdelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onschuldig bijvoeglijk naamwoord
-
onbevlekt bijvoeglijk naamwoord
-
rein bijvoeglijk naamwoord
-
kuis bijvoeglijk naamwoord
-
-
inocente (puro; inmaculado; limpio; casto)
onschuldig; onbevlekt; vlekkeloos; rein-
onschuldig bijvoeglijk naamwoord
-
onbevlekt bijvoeglijk naamwoord
-
vlekkeloos bijvoeglijk naamwoord
-
rein bijvoeglijk naamwoord
-
-
inocente (cándido; ingenuo; aniñado; bobo; tonto; simple; inmaduro; simplón; como un niño; simplote; infantil)
-
inocente (natural; sencillo; ingenuo)
natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld-
natuurlijk bijvoeglijk naamwoord
-
ongedwongen bijvoeglijk naamwoord
-
ongekunsteld bijvoeglijk naamwoord
-
-
inocente (inofensivo; no peligroso; sin peligro; sin riesgo)
onschadelijk; onschuldig; ongevaarlijk; gevaarloos-
onschadelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onschuldig bijvoeglijk naamwoord
-
ongevaarlijk bijvoeglijk naamwoord
-
gevaarloos bijvoeglijk naamwoord
-
-
inocente (memo; lelo; sencillo; ingenuo; simple; cándido; crédulo)
-
inocente (como un niño; fácil; infantil; bobo; disminuido; cándido; aniñado; simplón)
als een kind-
als een kind bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor inocente:
Verwante woorden van "inocente":
Synoniemen voor "inocente":
Wiktionary: inocente
inocente
adjective
-
niet schuldig