Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. integral:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor integral (Spaans) in het Nederlands

integral:

integral bijvoeglijk naamwoord

  1. integral (total)
    volledig; integraal
  2. integral (intacto; entero; completo; )
    onverkort

integral [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la integral
    de integraal

Vertaal Matrix voor integral:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
integraal integral
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
integraal integral; total
onverkort completo; entero; imperturbable; impertérrito; impávido; intacto; integral; sereno; íntegro
volledig integral; total a jornada completa; a tiempo completo; completamente; completo; del todo; enteramente; entero; por completo; todo; total; totalmente; íntegral

Verwante woorden van "integral":

  • integrales

Synoniemen voor "integral":


Wiktionary: integral

integral
noun
  1. (wiskunde, nld) limiet van de som van onbepaald afnemende termen

Cross Translation:
FromToVia
integral machtig; stevig hearty — rich, abundant
integral integraal integral — limit of sums
integral volkoren wholegrain — cereal grain that contains germ, endosperm, and bran
integral integraal IntegralMathematik: ein Grenzwert, der zur Berechnung von Flächen und Volumen benutzt wird

Verwante vertalingen van integral