Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. materia:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor materia (Spaans) in het Nederlands

materia:

materia [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la materia (sustancia)
    de materie; de stof
    • materie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • stof [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la materia (distrito; zona; región; )
    het district
    • district [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la materia (parte territorial; dominio; terreno; )
    het gebiedsdeel

Vertaal Matrix voor materia:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
district barrio; barrio residencial; cantón; comarca; distrito; distrito urbano; dominio; materia; municipalidad; provincia; región; sector urbano; terreno; territorio; zona
gebiedsdeel distrito; dominio; materia; parte del territorio nacional; parte territorial; rayón; región; sección; terreno; territorio; zona
materie materia; sustancia
stof materia; sustancia partículas de polvo; polvo

Verwante woorden van "materia":

  • materias

Synoniemen voor "materia":


Wiktionary: materia

materia
noun
  1. (natuurkunde, nld) de bouwsteen waaruit de (waarneembare) wereld is opgebouwd

Cross Translation:
FromToVia
materia materie matter — basic structural component of the universe
materia stof matter — kind of substance
materia onderwerp subject — main topic
materia vak; vakgebied subject — particular area of study
materia materie; zelfstandigheid; stof matière — Ce qui a de la masse et occupe de l’espace.

Verwante vertalingen van materia