Mirada in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

mirada:
- uitzicht; prospect; zicht; gezicht; kijk; vue; panorama; vergezicht; oog; oog van de naald; perceptie
Wiktionary:
- mirada → blik, opvatting, visie

Spaans

Uitgebreide vertaling voor mirada (Spaans) in het Nederlands

la mirada (panorama; vistazo; perspectiva; cara; aspecto; espectáculo)
het uitzicht; het prospect; de zicht; het gezicht; de kijk; vue; het panorama; het vergezicht
- uitzicht [het ~] zelfstandig naamwoord
- prospect [het ~] zelfstandig naamwoord
- zicht [de ~] zelfstandig naamwoord
- gezicht [het ~] zelfstandig naamwoord
- kijk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- vue [znw.] zelfstandig naamwoord
- panorama [het ~] zelfstandig naamwoord
- vergezicht [het ~] zelfstandig naamwoord
la mirada (ojillo; ojo; ojito; ojete)
het oog; oog van de naald
- oog [het ~] zelfstandig naamwoord
- oog van de naald [znw.] zelfstandig naamwoord
la mirada (vista; lata)
de perceptie
- perceptie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gezicht	aspecto; cara; espectáculo; mirada; panorama; perspectiva; vistazo	cara; faz; fisonomia; rostro
kijk	aspecto; cara; espectáculo; mirada; panorama; perspectiva; vistazo	opinión; parecer; punto de vista; visión óptica
oog	mirada; ojete; ojillo; ojito; ojo
oog van de naald	mirada; ojete; ojillo; ojito; ojo
panorama	aspecto; cara; espectáculo; mirada; panorama; perspectiva; vistazo	foto panorámica; panorama; panorámica; vista
perceptie	lata; mirada; vista	apercepción; contemplación; observación; percepción
prospect	aspecto; cara; espectáculo; mirada; panorama; perspectiva; vistazo	cliente potencial
uitzicht	aspecto; cara; espectáculo; mirada; panorama; perspectiva; vistazo
vergezicht	aspecto; cara; espectáculo; mirada; panorama; perspectiva; vistazo	panorama; vista
vue	aspecto; cara; espectáculo; mirada; panorama; perspectiva; vistazo
zicht	aspecto; cara; espectáculo; mirada; panorama; perspectiva; vistazo

Cross Translation:

From	To	Via
• mirada	→ blik	↔ look — action of looking
• mirada	→ blik	↔ look — facial expression
• mirada	→ opvatting; visie	↔ view — way of understanding
• mirada	→ blik	↔ Blick — (kurzes) Betrachten; Anschauen; das Erfassen von etwas mit den Augen