Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. muchacho:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor muchacho (Spaans) in het Nederlands

muchacho:

muchacho [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el muchacho (jovencita; púber)
    de teenager; de tiener
    • teenager [de ~] zelfstandig naamwoord
    • tiener [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el muchacho
    het joch
    • joch [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. el muchacho (muchachito; mocito; niño; )
    het baasje; het klein kereltje

Vertaal Matrix voor muchacho:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baasje chico; chiquillo; chiquitín; hombrecillo; hombrecito; mocito; muchachito; muchacho; niño; rapaz
joch muchacho
klein kereltje chico; chiquillo; chiquitín; hombrecillo; hombrecito; mocito; muchachito; muchacho; niño; rapaz
teenager jovencita; muchacho; púber
tiener jovencita; muchacho; púber

Verwante woorden van "muchacho":


Synoniemen voor "muchacho":


Wiktionary: muchacho

muchacho
noun
  1. een jong persoon, jongeman, jongemeid
  2. jongen, jongeman

Cross Translation:
FromToVia
muchacho jongen; knaap; joch; jochie Bube — männliches Kind
muchacho jongen; knaap; jochie; joch Jungemännliches Kind
muchacho jongeling sapling — youth
muchacho jongen garçon — Jeune homme

Verwante vertalingen van muchacho