Ocurrencia in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

ocurrencia:
- idee; gedachte; mentale voorstelling; denkbeeld; inspiratie; canard; kwinkslag; grap; grol; scherts
Wiktionary:
- ocurrencia → geestigheid

Spaans

Uitgebreide vertaling voor ocurrencia (Spaans) in het Nederlands

la ocurrencia (pensamiento; idea; concepto; opinión; noción; parecer)
de idee; de gedachte; mentale voorstelling; de denkbeeld
- idee [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- gedachte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- mentale voorstelling [znw.] zelfstandig naamwoord
- denkbeeld [de ~] zelfstandig naamwoord
la ocurrencia (inspiración)
de inspiratie
- inspiratie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la ocurrencia (agudeza; chiste; payasada)
de canard; de kwinkslag; de grap; de grol; de scherts
- canard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kwinkslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- grap [de ~] zelfstandig naamwoord
- grol [de ~] zelfstandig naamwoord
- scherts [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
canard	agudeza; chiste; ocurrencia; payasada	ánade
denkbeeld	concepto; idea; noción; ocurrencia; opinión; parecer; pensamiento	aspecto; concepción; concepto; idea; interpretación; juicio; manera de pensar; modo de ver; noción; opinión; parecer; pensamiento; punto de vista; visión; visión óptica
gedachte	concepto; idea; noción; ocurrencia; opinión; parecer; pensamiento	concepto; idea; noción; opinión; pensamiento; punto de vista
grap	agudeza; chiste; ocurrencia; payasada	broma; chiste
grol	agudeza; chiste; ocurrencia; payasada
idee	concepto; idea; noción; ocurrencia; opinión; parecer; pensamiento	aspecto; concepción; concepto; idea; interpretación; juicio; manera de pensar; modo de ver; noción; opinión; pensamiento; punto de vista; visión
inspiratie	inspiración; ocurrencia
kwinkslag	agudeza; chiste; ocurrencia; payasada
mentale voorstelling	concepto; idea; noción; ocurrencia; opinión; parecer; pensamiento	idea; noción; opinión; punto de vista
scherts	agudeza; chiste; ocurrencia; payasada	brochazo; broma; cachondo; comarca; locura; paraje; pincelada; rasgo

ocurrencia

noun