Spaans

Uitgebreide vertaling voor penetrar en (Spaans) in het Nederlands

penetrar en:

penetrar en werkwoord

  1. penetrar en (intrusarse en; invadir; entrar en)
    binnendringen; binnenvallen; invallen
    • binnendringen werkwoord (dring binnen, dringt binnen, drong binnen, drongen binnen, binnengedrongen)
    • binnenvallen werkwoord (val binnen, valt binnen, viel binnen, vielen binnen, binnengevallen)
    • invallen werkwoord (val in, valt in, viel in, vielen in, ingevallen)
  2. penetrar en (invadir; irrumpir; entrar en)
    binnentrekken; binnenmarcheren
    • binnentrekken werkwoord (trek binnen, trekt binnen, trok binnen, trokken binnen, binnengetrokken)
    • binnenmarcheren werkwoord (marcheer binnen, marcheert binnen, marcheerde binnen, marcheerden binnen, binnengemarcheerd)
  3. penetrar en (entrar en; invadir; irrumpir; descolgarse)
  4. penetrar en (infiltrarse; intrusiar; adentrar; invadir; entrar en)
    binnendringen; infiltreren; indringen
    • binnendringen werkwoord (dring binnen, dringt binnen, drong binnen, drongen binnen, binnengedrongen)
    • infiltreren werkwoord (infiltreer, infiltreert, infiltreerde, infiltreerden, geïnfiltreerd)
    • indringen werkwoord (dring in, dringt in, drong in, drongen in, ingedrongen)

Conjugations for penetrar en:

presente
  1. penetro en
  2. penetras en
  3. penetra en
  4. penetramos en
  5. penetráis en
  6. penetran en
imperfecto
  1. penetraba en
  2. penetrabas en
  3. penetraba en
  4. penetrábamos en
  5. penetrabais en
  6. penetraban en
indefinido
  1. penetré en
  2. penetraste en
  3. penetró en
  4. penetramos en
  5. penetrasteis en
  6. penetraron en
fut. de ind.
  1. penetraré en
  2. penetrarás en
  3. penetrará en
  4. penetraremos en
  5. penetraréis en
  6. penetrarán en
condic.
  1. penetraría en
  2. penetrarías en
  3. penetraría en
  4. penetraríamos en
  5. penetraríais en
  6. penetrarían en
pres. de subj.
  1. que penetre en
  2. que penetres en
  3. que penetre en
  4. que penetremos en
  5. que penetréis en
  6. que penetren en
imp. de subj.
  1. que penetrara en
  2. que penetraras en
  3. que penetrara en
  4. que penetráramos en
  5. que penetrarais en
  6. que penetraran en
miscelánea
  1. ¡penetra! en
  2. ¡penetrad! en
  3. ¡no penetres! en
  4. ¡no penetréis! en
  5. penetrado en
  6. penetrando en
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor penetrar en:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binnendringen intrusión; penetración
binnenvallen descolgarse; invadir
invallen descolgarse; invadir
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binnendringen adentrar; entrar en; infiltrarse; intrusarse en; intrusiar; invadir; penetrar en chusmear; intrusiar; penetrar
binnenmarcheren entrar en; invadir; irrumpir; penetrar en
binnentrekken entrar en; invadir; irrumpir; penetrar en
binnenvallen entrar en; intrusarse en; invadir; penetrar en descolgarse; entrar en; invadir
haven binnenvaren descolgarse; entrar en; invadir; irrumpir; penetrar en
indringen adentrar; entrar en; infiltrarse; intrusiar; invadir; penetrar en chusmear; intrusiar; penetrar
infiltreren adentrar; entrar en; infiltrarse; intrusiar; invadir; penetrar en
invallen entrar en; intrusarse en; invadir; penetrar en bajar los precios; desmoronarse; reemplazar a alquien; sufrir un ataque nervioso; sufrir un bache; surgir; venirse abajo

Verwante vertalingen van penetrar en