Presuposición in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

presuposición:
- thesis; stelling; aanname; these; vooronderstelling; postulaat; premisse; veronderstellen
Wiktionary:
- presuposición → presuppositie, vooronderstelling

Spaans

Uitgebreide vertaling voor presuposición (Spaans) in het Nederlands

la presuposición (conjetura; tesis; teoría; suposición; presunción; teorema)
de thesis; de stelling; de aanname; de these
- thesis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- stelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aanname [de ~] zelfstandig naamwoord
- these [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la presuposición (conjetura; suposición; presunción)
de vooronderstelling; het postulaat
- vooronderstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- postulaat [het ~] zelfstandig naamwoord
la presuposición
de premisse; de vooronderstelling
- premisse [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vooronderstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la presuposición (suposición)
veronderstellen
- veronderstellen [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanname	conjetura; presunción; presuposición; suposición; teorema; teoría; tesis
postulaat	conjetura; presunción; presuposición; suposición
premisse	presuposición	condición; premisa
stelling	conjetura; presunción; presuposición; suposición; teorema; teoría; tesis	afirmación; alambrera; andamio; armazón de tablas; aserción; aserto; aseveración; emparrado; enrejado; estantería; formulación de una pregunta; hipótesis; planteamiento; proposición; rejilla; suposición; tabla; teorema; teoría; tesis; verja
these	conjetura; presunción; presuposición; suposición; teorema; teoría; tesis
thesis	conjetura; presunción; presuposición; suposición; teorema; teoría; tesis
veronderstellen	presuposición; suposición
vooronderstelling	conjetura; presunción; presuposición; suposición
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
veronderstellen		presumir; suponer

presuposición

noun

iets dat men vooraf als mogelijk of vaststaand aanneemt, een vooronderstelling
- presuppositie → presuposición
denkbeeld of voorlopige aanname die men vooraf als mogelijk of vaststaand aanneemt als grondslag van een redenering
- vooronderstelling → presuposición