Sabor in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

sabor:
- smaak; smaakwaarneming; kruiden; specerijen; smaakstoffen; ziel; smaakstof
Wiktionary:
- sabor → meug, smaak

Spaans

Uitgebreide vertaling voor sabor (Spaans) in het Nederlands

el sabor (gusto; preferencia)
de smaak; smaakwaarneming
- smaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- smaakwaarneming [znw.] zelfstandig naamwoord
el sabor (condimento; substancia aromática degustativa)
de kruiden; de specerijen; de smaakstoffen
- kruiden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- specerijen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- smaakstoffen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
el sabor (alma; espíritu; carácter; entrañas; ardor; calidad)
de ziel
- ziel [de ~] zelfstandig naamwoord
el sabor (substancia aromática degustativa)
de smaakstof
- smaakstof [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kruiden	condimento; sabor; substancia aromática degustativa	especias; hierbas; yerbas
smaak	gusto; preferencia; sabor	elección; gusto; predilección; preferencia
smaakstof	sabor; substancia aromática degustativa	aromatizante
smaakstoffen	condimento; sabor; substancia aromática degustativa
smaakwaarneming	gusto; preferencia; sabor
specerijen	condimento; sabor; substancia aromática degustativa
ziel	alma; ardor; calidad; carácter; entrañas; espíritu; sabor
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kruiden		sazonar

Cross Translation:

From	To	Via
• sabor	→ meug; smaak	↔ flavour — the quality produced by the sensation of taste
• sabor	→ smaak	↔ flavour — a variety (of taste)
• sabor	→ smaak	↔ Geschmack — Empfindung von Mensch und höheren Tieren bei der Nahrungsaufnahme über den Mund beziehungsweise das Maul