Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. salidas:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor salidas (Spaans) in het Nederlands

salidas:

salidas [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la salidas (salir; marcha; fallecimiento)
    het vertrekken; heengaan
  2. la salidas (ocurrencias; agudezas)
    geestige gezegdes
  3. la salidas
    de uitgangen; de uitwegen
    • uitgangen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • uitwegen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor salidas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geestige gezegdes agudezas; ocurrencias; salidas
heengaan fallecimiento; marcha; salidas; salir
uitgangen salidas
uitwegen salidas
vertrekken fallecimiento; marcha; salidas; salir cuarto; cuartos; salir
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heengaan abandonar; adormecerse; adormilarse; agotar; alejarse de; caer; cesar; correrse; dejar; desaparecer; dormirse; dormitarse; fallecer; irse; irse de viaje; largarse; marcharse; morir; morirse; partir; perecer; retirarse; salir; zarpar
uitwegen pesar
vertrekken abandonar; cesar; dejar; irse; irse de viaje; largarse; marcharse; partir; retirarse; salir

Synoniemen voor "salidas":


Verwante vertalingen van salidas