Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sifón:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor sifón (Spaans) in het Nederlands

sifón:

sifón [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el sifón (gabarra; barcaza)
    de hevel; de vlotter
    • hevel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vlotter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el sifón
    de spuitfles
  3. el sifón
    de sifon; de stankafsluiter
  4. el sifón
    de sifon; spuitwaterfles
  5. el sifón (cuello de cisne)
    de zwanenhals

Vertaal Matrix voor sifón:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hevel barcaza; gabarra; sifón
sifon sifón
spuitfles sifón
spuitwaterfles sifón
stankafsluiter sifón
vlotter barcaza; gabarra; sifón almadiero; balsero; flotador
zwanenhals cuello de cisne; sifón

Verwante woorden van "sifón":

  • sifones

Synoniemen voor "sifón":


Wiktionary: sifón


Cross Translation:
FromToVia
sifón Waterslot; sifon Siphon — Geruchsverschluss beim Wasserablauf
sifón hevel siphon — a bent pipe or tube with one end lower than the other
sifón waterslot; zwanenhals trap — bend, sag, or other device in a waste-pipe to prevent the escape of noxious gases