Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tangible:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor tangible (Spaans) in het Nederlands

tangible:

tangible bijvoeglijk naamwoord

  1. tangible (concreto; perceptible)
    concreet; stoffelijk; duidelijk; tastbaar; konkreet; aanraakbaar; voelbaar; grijpbaar

Vertaal Matrix voor tangible:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concreet concreto; perceptible; tangible
duidelijk concreto; perceptible; tangible audible; clarificativo; claro; comprensible; cristalino; derecho; despejado; directo; diáfano; entendible; evidente; identificable; indudable; inequívoco; innegable; inteligible; lúcido; manifiesto; más claro que el agua; obvio; perceptible; reconocible; recto; resplandeciente; sonoro; transparente
grijpbaar concreto; perceptible; tangible
stoffelijk concreto; perceptible; tangible material
tastbaar concreto; perceptible; tangible perceptible; reconocible; visible
voelbaar concreto; perceptible; tangible perceptible; reconocible; visible
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanraakbaar concreto; perceptible; tangible
konkreet concreto; perceptible; tangible

Verwante woorden van "tangible":

  • tangibles

Synoniemen voor "tangible":


Wiktionary: tangible


Cross Translation:
FromToVia
tangible tastbaar tangible — touchable; able to be touched or felt; perceptible by the sense of touch; palpable