Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tarjeta:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor tarjeta (Spaans) in het Nederlands

tarjeta:

tarjeta [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la tarjeta
    de wenskaart
  2. la tarjeta
    de kaart
    • kaart [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. la tarjeta (postal)
    de briefkaart
  4. la tarjeta (carnet; pase; billete; )
    het pasje
    • pasje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tarjeta:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
briefkaart postal; tarjeta
kaart tarjeta billete; billete de entrada; carnet; carnet de identidad; carta; documento de identidad; legitimación; mapa; mapa territorial; naipe; tarjeta de identidad; ticket
pasje billete; billete de entrada; carnet; carnet de identidad; cartulina; documentación; documento de identidad; legitimación; pasaje; pase; paso; tarjeta; tarjeta de identidad; ticket
wenskaart tarjeta

Verwante woorden van "tarjeta":


Synoniemen voor "tarjeta":


Wiktionary: tarjeta

tarjeta
noun
  1. naambord
  2. (oorspronkelijk) een kaartje met de naam van de bezoeker dat achtergelaten werd indien men niet thuis aangetroffen werd en dat als bezoek telde.

Cross Translation:
FromToVia
tarjeta kaart card — flat, normally rectangular piece of stiff paper, plastic etc.

Verwante vertalingen van tarjeta