Spaans

Uitgebreide vertaling voor trabar conversación (Spaans) in het Nederlands

trabar conversación:

trabar conversación werkwoord

  1. trabar conversación (abrir; inaugurar; aumentar; lanzar; abordar)
    ter sprake brengen; aansnijden; starten; entameren; openen; opwerpen; gesprek aanknopen; te berde brengen; aankaarten; aanknopen
    • ter sprake brengen werkwoord (breng ter sprake, brengt ter sprake, bracht ter sprake, brachten ter sprake, tersprake gebracht)
    • aansnijden werkwoord (snijd aan, snijdt aan, sneed aan, sneden aan, aangesneden)
    • starten werkwoord (start, startte, startten, gestart)
    • entameren werkwoord
    • openen werkwoord (open, opent, opende, openden, geopend)
    • opwerpen werkwoord (werp op, werpt op, werpte op, werpten op, opgeworpen)
    • gesprek aanknopen werkwoord
    • te berde brengen werkwoord (breng te berde, brengt te berde, bracht te berde, brachten te berde, bracht te berde)
    • aankaarten werkwoord (kaart aan, kaartte aan, kaartten aan, aangekaart)
    • aanknopen werkwoord (knoop aan, knoopt aan, knoopte aan, knoopten aan, aangeknoopt)

Vertaal Matrix voor trabar conversación:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanknopen anudar; atar
aansnijden empezar; iniciar
entameren empezar; iniciar
opwerpen lanzar; levantar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankaarten abordar; abrir; aumentar; inaugurar; lanzar; trabar conversación abordar; plantear; poner sobre el tapete
aanknopen abordar; abrir; aumentar; inaugurar; lanzar; trabar conversación calzar; colocar; comenzar; concernir; empezar; enlazar; entablar; iniciar; instalar; marcharse; montar; poner en marcha
aansnijden abordar; abrir; aumentar; inaugurar; lanzar; trabar conversación abordar; plantear; poner sobre el tapete
entameren abordar; abrir; aumentar; inaugurar; lanzar; trabar conversación abordar; plantear
gesprek aanknopen abordar; abrir; aumentar; inaugurar; lanzar; trabar conversación
openen abordar; abrir; aumentar; inaugurar; lanzar; trabar conversación abrir; abrirse; abrirse paso; agrandar; ampliar; aumentar; añadir a; comenzar; construir; crecer; desatornillar; descubrir; desencerrar; desenroscar; destapar; destornillar; dilatarse; empezar; extender; hacer accesible; hacer ampliaciones; hacer público; hincharse; inaugurar; iniciar
opwerpen abordar; abrir; aumentar; inaugurar; lanzar; trabar conversación abordar; arrojar en lo alto; echar al aire; erigir; erigirse; lanzar; lanzar al aire; levantar; plantear
starten abordar; abrir; aumentar; inaugurar; lanzar; trabar conversación abrir; acentuar; activarse; afilar; arrancar; comenzar; conectar; despegar; empezar; emprender; engordar; entornar; entrar en; inaugurar; iniciar; poner en marcha; ponerse en marcha; ponerse en movimiento
te berde brengen abordar; abrir; aumentar; inaugurar; lanzar; trabar conversación abordar; plantear; proponer; sugerir
ter sprake brengen abordar; abrir; aumentar; inaugurar; lanzar; trabar conversación abordar; avivar; plantear; poner sobre el tapete; sacar a relucir

Verwante vertalingen van trabar conversación