Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tribus:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor tribus (Spaans) in het Nederlands

tribus:

tribus [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la tribus (pueblos; gentíos)
    de volkeren
    • volkeren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor tribus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
volkeren gentíos; pueblos; tribus

Verwante vertalingen van tribus