Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. amparar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor amparar (Spaans) in het Nederlands

amparar:

amparar werkwoord

  1. amparar (proteger)
    beschermen; behouden; in bescherming nemen; behoeden
    • beschermen werkwoord (bescherm, beschermt, beschermde, beschermden, beschermd)
    • behouden werkwoord (behoud, behoudt, behield, behielden, behouden)
    • in bescherming nemen werkwoord (neem in bescherming, neemt in bescherming, nam in bescherming, namen in bescherming, in bescherming genomen)
    • behoeden werkwoord (behoed, behoedt, behoedde, behoedden, behoed)
  2. amparar (guardar; vigilar; proteger; salvaguardar; proteger contra)
    hoeden
    • hoeden werkwoord (hoed, hoedt, hoedde, hoedden, gehoed)

Conjugations for amparar:

presente
  1. amparo
  2. amparas
  3. ampara
  4. amparamos
  5. amparáis
  6. amparan
imperfecto
  1. amparaba
  2. amparabas
  3. amparaba
  4. amparábamos
  5. amparabais
  6. amparaban
indefinido
  1. amparé
  2. amparaste
  3. amparó
  4. amparamos
  5. amparasteis
  6. ampararon
fut. de ind.
  1. ampararé
  2. ampararás
  3. amparará
  4. ampararemos
  5. ampararéis
  6. ampararán
condic.
  1. ampararía
  2. ampararías
  3. ampararía
  4. ampararíamos
  5. ampararíais
  6. ampararían
pres. de subj.
  1. que ampare
  2. que ampares
  3. que ampare
  4. que amparemos
  5. que amparéis
  6. que amparen
imp. de subj.
  1. que amparara
  2. que ampararas
  3. que amparara
  4. que amparáramos
  5. que ampararais
  6. que ampararan
miscelánea
  1. ¡ampara!
  2. ¡amparad!
  3. ¡no ampares!
  4. ¡no amparéis!
  5. amparado
  6. amparando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor amparar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beschermen protección
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behoeden amparar; proteger conservar; guardar; proteger
behouden amparar; proteger conservar; contener; dejar de lado; guardar; mantener; negar; no aceptar; poner aparte; rechazar; reservar; reservarse
beschermen amparar; proteger abrigar; camuflar; cercar; conservar; cubrir; defender; defensar; disimular; encerrar; encubrir; esconder; guardar; proteger; proteger con un sistema de seguridad; proveer de una instalación de alarma; salvaguardar; tapar
hoeden amparar; guardar; proteger; proteger contra; salvaguardar; vigilar
in bescherming nemen amparar; proteger defender; proteger; salvaguardar

Synoniemen voor "amparar":


Wiktionary: amparar

amparar
verb
  1. emotioneel ondersteunen

Cross Translation:
FromToVia
amparar dragen; schoren; steunen; ondersteunen; ruggesteunen; schragen; stutten appuyerplacer contre quelque chose.