Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. soltura:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor soltura (Spaans) in het Zweeds

soltura:

soltura [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la soltura (espontaneidad; naturalidad)
    obundenhet; otvungenhet
  2. la soltura (rapidez; marcha; velocidad; )
    snabbhet; tempo
    • snabbhet [-en] zelfstandig naamwoord
    • tempo [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor soltura:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
obundenhet espontaneidad; naturalidad; soltura
otvungenhet espontaneidad; naturalidad; soltura ingenuidad; sencillez; simpleza; simplicidad
snabbhet afán; agilidad; apresuramiento; celeridad; celo; esmero; fluidez; ligereza; marcha; premura; prisa; prontitud; rapidez; ritmo; soltura; velocidad agilidad; viveza
tempo afán; agilidad; apresuramiento; celeridad; celo; esmero; fluidez; ligereza; marcha; premura; prisa; prontitud; rapidez; ritmo; soltura; velocidad

Verwante woorden van "soltura":

  • solturas

Synoniemen voor "soltura":


Verwante vertalingen van soltura