Frans

Uitgebreide vertaling voor confier (Frans) in het Duits

confier:


Synoniemen voor "confier":


Wiktionary: confier

confier
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens
confier
verb
  1. (transitiv) geh.|: voller Vertrauen übergeben, im gegenseitigen Vertrauen überlassen; unter jemandes Schutz stellen
  2. einer vertrauenswürdigen Person etwas geheimes oder Intimes sagen
  3. einer vertrauenswürdigen Person etwas oder jemand überantworten
  1. jemandem ein Lebewesen oder eine Sache anvertrauen

Cross Translation:
FromToVia
confier anvertrauen entrust — To trust to the care of

confier à:

confier à werkwoord

  1. confier à
    anvertrauen
    • anvertrauen werkwoord (vertraue an, vertraust an, vertraut an, vertraute an, vertrautet an, anvertraut)
  2. confier à (mettre en pension)
    verdingen; unterbringen; vergeben; in Pflege geben
    • verdingen werkwoord (verdinge, verdingst, verdingt, verdingte, verdingtet, verdingt)
    • unterbringen werkwoord (unterbringe, unterbringst, unterbringt, unterbracht, unterbracht)
    • vergeben werkwoord (vergebe, vergibst, vergibt, vergab, vergabt, vergeben)
    • in Pflege geben werkwoord

Vertaal Matrix voor confier à:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anvertrauen confier à capituler; se rendre
in Pflege geben confier à; mettre en pension
unterbringen confier à; mettre en pension abriter quelqu'un; coucher; déposer; faire asseoir; fixer; héberger; installer; insérer; loger; mettre; placer; planter; poser; ranger; situer; stationner
verdingen confier à; mettre en pension
vergeben confier à; mettre en pension coucher; donner; déposer; excuser; faire asseoir; faire cadeau de; fixer; installer; insérer; mettre; pardonner; placer; poser

Verwante vertalingen van confier