Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor échelon (Frans) in het Duits

échelon:

échelon [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'échelon (marche)
    der Sport; die Stufen einer Leiter
  2. l'échelon (niveau; section)
    die Staffel; die Staffelstellung
  3. l'échelon (niveau; degré; grade; )
    Niveau; der Grad; die Gradation; die Stellung; der Rang
    • Niveau [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Grad [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Gradation [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Stellung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Rang [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. l'échelon (ordre de préséance; hiérarchie; ordre; )
    die Rangfolge; die Rangordnung
  5. l'échelon (rang; grade; ordre; position)
    der Rang; der Grad; der Titel
    • Rang [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Grad [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Titel [der ~] zelfstandig naamwoord
  6. l'échelon (grappin)
    Steigeisen; Klettereisen

Vertaal Matrix voor échelon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Grad degré; gradation; grade; niveau; ordre; position; rang; titre; échelon degré; degré d'angle; degré de thermomètre; gradation; grade; grade militaire; grade scientifique; mesure; niveau; point; rang; titre
Gradation degré; gradation; grade; niveau; ordre; rang; titre; échelon couche; degré; gradation; grade; mesure; niveau; norme; plan; rang
Klettereisen grappin; échelon
Niveau degré; gradation; grade; niveau; ordre; rang; titre; échelon couche; degré; gradation; grade; mesure; niveau; norme; plan
Rang degré; gradation; grade; niveau; ordre; position; rang; titre; échelon classe; classe sociale; degré; grade; grade militaire; grade scientifique; groupe social; ordre; rang; sorte; titre
Rangfolge arrangement; classement; degré; gradation; grade; hiérarchie; mise en ordre; niveau; ordonnance; ordre; ordre de préséance; position; rang; titre; échelle; échelon précédence
Rangordnung arrangement; classement; degré; gradation; grade; hiérarchie; mise en ordre; niveau; ordonnance; ordre; ordre de préséance; position; rang; titre; échelle; échelon arrangement; classe; classe sociale; classement; classement hiërarchique; classification; composition; construction; groupe social; index; liste; mise en ordre; ordre; rang; rangement; sorte; table; tableau
Sport marche; échelon sport
Staffel niveau; section; échelon estafette
Staffelstellung niveau; section; échelon
Steigeisen grappin; échelon
Stellung degré; gradation; grade; niveau; ordre; rang; titre; échelon boulot; degré; emploi; fonction; grade; job; lieu de travail; occupation; office; position; poste; service salarié; situation; travail; voie
Stufen einer Leiter marche; échelon
Titel grade; ordre; position; rang; échelon attribut; barre de légende; barre de titre; commencement; début; en-tête; exorde; grade; grade scientifique; introduction; légende; manchette; piste; piste audio; prédicat; rang; titre; titre de livre

Synoniemen voor "échelon":


Wiktionary: échelon

échelon
Cross Translation:
FromToVia
échelon Sprosse sport — trede van een ladder