Frans

Uitgebreide vertaling voor cargaison (Frans) in het Duits

cargaison:

cargaison [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cargaison
    die Ladung; die Beladung; Frachtgut
    • Ladung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Beladung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Frachtgut [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. la cargaison (fardeau; affrètement; fret; transport)
    die Fracht; die Befrachtung; Frachtgut; die Ladung; die Last; die Beladung
    • Fracht [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Befrachtung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Frachtgut [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Ladung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Last [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Beladung [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. la cargaison (transport routier; chargement; transport; charge)
    die Frachttransport; der Transport; die Güterbeförderung; der Frachtverkehr
  4. la cargaison (charge; fardeau)
    die Finanzielle Last
  5. la cargaison (charge; fardeau)
    die Fracht; Frachtgut; die Ladung; Gut
    • Fracht [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Frachtgut [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Ladung [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gut [das ~] zelfstandig naamwoord
  6. la cargaison (affrètement; fret; charge; chargement; fardeau)
    die Fracht; die Beladung; die Ladung; die Befrachtung; Frachtgut
  7. la cargaison (corps d'un navire)
    der Schiffsbauch

Vertaal Matrix voor cargaison:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Befrachtung affrètement; cargaison; charge; chargement; fardeau; fret; transport
Beladung affrètement; cargaison; charge; chargement; fardeau; fret; transport
Finanzielle Last cargaison; charge; fardeau
Fracht affrètement; cargaison; charge; chargement; fardeau; fret; transport frais de transport; fret
Frachtgut affrètement; cargaison; charge; chargement; fardeau; fret; transport
Frachttransport cargaison; charge; chargement; transport; transport routier
Frachtverkehr cargaison; charge; chargement; transport; transport routier
Gut cargaison; charge; fardeau basse-cour; biens immeubles; biens immobiliers; champ; domaine; emplacement; enclos; fonds immobiliers; jardin; jardin familial; jardin ouvrier; propriété foncière; propriété immobilière; rayon; région; site; terrain; territoire; zone
Güterbeförderung cargaison; charge; chargement; transport; transport routier
Ladung affrètement; cargaison; charge; chargement; fardeau; fret; transport ajournement; assignation; assignation à jour fixe; charge; charge utile; chargement; chargement électrique; charretée; citation; intimation; voltage
Last affrètement; cargaison; fardeau; fret; transport charge; charges; charges d'une bête de somme; croix; difficulté; désagrément; embarras; emmerdement; emmerdements; ennui; ennuis; fardeau; forme de croix; impression; inconvénient; peine; pétrin; tirage
Schiffsbauch cargaison; corps d'un navire cale; cargaison d'un navire
Transport cargaison; charge; chargement; transport; transport routier cession; chargement; déplacement; translation; transport; transposition

Synoniemen voor "cargaison":


Wiktionary: cargaison


Cross Translation:
FromToVia
cargaison Fracht cargo — freight carried by a ship
cargaison Fracht vracht — de lading van een vervoermiddel
cargaison Schiffsladung scheepslading — de goederen die in het ruim van een vrachtschip vervoerd worden

Verwante vertalingen van cargaison