Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. cicatrice:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor cicatrice (Frans) in het Duits

cicatrice:

cicatrice [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cicatrice
    die Narbe; die Schmarre; der Schmiß
    • Narbe [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schmarre [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schmiß [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cicatrice:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Narbe cicatrice
Schmarre cicatrice
Schmiß cicatrice bout de pain; morceau; tartine; tranche; tranche de pain

Synoniemen voor "cicatrice":


Wiktionary: cicatrice

cicatrice
noun
  1. marque des blessures, des plaies, qui rester après la guérison.
cicatrice
noun
  1. verheilende Wunde oder sichtbares Überbleibsel einer Wunde

Cross Translation:
FromToVia
cicatrice Narbe litteken — een zichtbaar overblijfsel van een oude verwonding
cicatrice Narbe scar — a permanent mark on the skin sometimes caused by the healing of a wound