Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Vertaal faire voir

Vertaal faire voir van Frans naar Duits

Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. faire voir:

Frans

Uitgebreide vertaling voor faire voir (Frans) in het Duits

faire voir:

faire voir werkwoord

  1. faire voir (montrer; présenter; exposer; offrir)
    präsentieren; sehen lassen; zeigen; aufweisen; vorzeigen; beweisen; nachweisen; erweisen; darbieten; belegen; vorweisen
    • präsentieren werkwoord (präsentiere, präsentierst, präsentiert, präsentierte, präsentiertet, präsentiert)
    • sehen lassen werkwoord
    • zeigen werkwoord (zeige, zeigst, zeigt, zog, zogt, gezogen)
    • aufweisen werkwoord (weise auf, weist auf, wies auf, wiest auf, aufgewiesen)
    • vorzeigen werkwoord (zeige vor, zeigst vor, zeigt vor, zog vor, zogt vor, vorgezogen)
    • beweisen werkwoord (beweise, beweist, bewies, bewiest, bewiesen)
    • nachweisen werkwoord (weise nach, weisest nach, weist nach, wies nach, wieset nach, nachgewiesen)
    • erweisen werkwoord (erweise, erweist, erwies, erwiest, erwiesen)
    • darbieten werkwoord (biete dar, bietest dar, bietet dar, bot dar, botet dar, dargeboten)
    • belegen werkwoord (belege, belegst, belegt, belegte, belegtet, belegt)
    • vorweisen werkwoord (weise vor, weist vor, wiest vor, wies vor, vorgewiesen)
  2. faire voir (présenter; montrer; exposer; proposer)
    präsentieren; vorzeigen; zeigen; anbieten; vorstellen; vorführen; darbieten; feilbieten
    • präsentieren werkwoord (präsentiere, präsentierst, präsentiert, präsentierte, präsentiertet, präsentiert)
    • vorzeigen werkwoord (zeige vor, zeigst vor, zeigt vor, zog vor, zogt vor, vorgezogen)
    • zeigen werkwoord (zeige, zeigst, zeigt, zog, zogt, gezogen)
    • anbieten werkwoord (biete an, bietest an, bietet an, bot an, botet an, angeboten)
    • vorstellen werkwoord (stelle vor, stellst vor, stellt vor, stellte vor, stelltet vor, vorgestellt)
    • vorführen werkwoord (führe vor, führst vor, führt vor, führte vor, führtet vor, vorgeführt)
    • darbieten werkwoord (biete dar, bietest dar, bietet dar, bot dar, botet dar, dargeboten)
    • feilbieten werkwoord (feilbiete, feilbietest, feilbietet, feilbot, feilbotet, feilgeboten)
  3. faire voir (prouver; démontrer; montrer; )
    beweisen; erweisen; nachweisen; vorzeigen; belegen; aufzeigen; vorweisen
    • beweisen werkwoord (beweise, beweist, bewies, bewiest, bewiesen)
    • erweisen werkwoord (erweise, erweist, erwies, erwiest, erwiesen)
    • nachweisen werkwoord (weise nach, weisest nach, weist nach, wies nach, wieset nach, nachgewiesen)
    • vorzeigen werkwoord (zeige vor, zeigst vor, zeigt vor, zog vor, zogt vor, vorgezogen)
    • belegen werkwoord (belege, belegst, belegt, belegte, belegtet, belegt)
    • aufzeigen werkwoord
    • vorweisen werkwoord (weise vor, weist vor, wiest vor, wies vor, vorgewiesen)
  4. faire voir (exposer; montrer; présenter; )
    zeigen; präsentieren; vorführen; vorzeigen; zur Schau stellen; ausstellen
    • zeigen werkwoord (zeige, zeigst, zeigt, zog, zogt, gezogen)
    • präsentieren werkwoord (präsentiere, präsentierst, präsentiert, präsentierte, präsentiertet, präsentiert)
    • vorführen werkwoord (führe vor, führst vor, führt vor, führte vor, führtet vor, vorgeführt)
    • vorzeigen werkwoord (zeige vor, zeigst vor, zeigt vor, zog vor, zogt vor, vorgezogen)
    • zur Schau stellen werkwoord (stelle zur Schau, stellst zur Schau, stellt zur Schau, stellte zur Schau, stelltet zur Schau, zur Schau gestellt)
    • ausstellen werkwoord (stelle aus, stellst aus, stellt aus, stellte aus, stelltet aus, ausgestellt)

Vertaal Matrix voor faire voir:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anbieten exposer; faire voir; montrer; proposer; présenter colporter; donner; faire une offre de; offrir; promettre; proposer; présenter; remettre aux mains; vendre porte-à-porte
aufweisen exposer; faire voir; montrer; offrir; présenter
aufzeigen attester; confirmer; démontrer; faire ses preuves; faire voir; justifier; manifester; mettre en evidence; montrer; prouver; vérifier; établir l'existence de
ausstellen exhiber; exposer; faire voir; faire étalage de; montrer; présenter; étaler accorder; allouer; autoriser; avantager; concéder; consentir; distribuer; diviser; donner; exhiber; exposer; faire présent de; faire un don; faire étalage de; favoriser; fournir; gratifier; manifester; montrer; partager; permettre; privilégier; procurer; présenter; remettre; répartir; révéler; servir; verser; étaler
belegen attester; confirmer; démontrer; exposer; faire ses preuves; faire voir; justifier; manifester; mettre en evidence; montrer; offrir; prouver; présenter; vérifier; établir l'existence de allouer; enregistrer
beweisen attester; confirmer; démontrer; exposer; faire ses preuves; faire voir; justifier; manifester; mettre en evidence; montrer; offrir; prouver; présenter; vérifier; établir l'existence de contrôler; vérifier
darbieten exposer; faire voir; montrer; offrir; proposer; présenter donner; exhiber; exposer; faire de la figuration; figurer; offrir; remettre aux mains; étaler
erweisen attester; confirmer; démontrer; exposer; faire ses preuves; faire voir; justifier; manifester; mettre en evidence; montrer; offrir; prouver; présenter; vérifier; établir l'existence de accorder; attester; avantager; contrôler; donner; déclarer; faire présent de; faire un don; favoriser; gratifier; privilégier; se confirmer; se réaliser; témoigner; verser; vérifier
feilbieten exposer; faire voir; montrer; proposer; présenter colporter; négocier; traiter; vendre; vendre porte-à-porte
nachweisen attester; confirmer; démontrer; exposer; faire ses preuves; faire voir; justifier; manifester; mettre en evidence; montrer; offrir; prouver; présenter; vérifier; établir l'existence de contrôler; vérifier
präsentieren exhiber; exposer; faire voir; faire étalage de; montrer; offrir; proposer; présenter; étaler donner; faire une offre de; offrir; promettre; proposer; présenter; remettre aux mains
sehen lassen exposer; faire voir; montrer; offrir; présenter
vorführen exhiber; exposer; faire voir; faire étalage de; montrer; proposer; présenter; étaler exhiber; exposer; s'exprimer; se dévoiler; se manifester; se révéler; étaler
vorstellen exposer; faire voir; montrer; proposer; présenter inaugurer; introduire; ouvrir; présenter
vorweisen attester; confirmer; démontrer; exposer; faire ses preuves; faire voir; justifier; manifester; mettre en evidence; montrer; offrir; prouver; présenter; vérifier; établir l'existence de contrôler; exhiber; exposer; proposer; présenter; s'exprimer; se dévoiler; se manifester; se révéler; soumettre; suggérer; vérifier; étaler
vorzeigen attester; confirmer; démontrer; exhiber; exposer; faire ses preuves; faire voir; faire étalage de; justifier; manifester; mettre en evidence; montrer; offrir; proposer; prouver; présenter; vérifier; établir l'existence de; étaler contrôler; démontrer; exhiber; exposer; manifester; mettre au jour; montrer; sortir pour montrer; vérifier; étaler
zeigen exhiber; exposer; faire voir; faire étalage de; montrer; offrir; proposer; présenter; étaler démontrer; faire des chichis; faire étalage de; fleurer; manifester; montrer; parader; pointer; se pavaner; étaler
zur Schau stellen exhiber; exposer; faire voir; faire étalage de; montrer; présenter; étaler contraster; exhiber; exposer; faire des chichis; faire étalage de; fleurer; manifester; montrer; parader; présenter; révéler; se faire valoir; se pavaner; étaler

Verwante vertalingen van faire voir







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0605 seconde
Page rendered in 1.0 seconds