Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor fixité (Frans) in het Duits

fixité:

fixité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la fixité
    die Erstarrung; die Starrheit; der Starrsinn; die Steifheit; die Störrigkeit; die Hölzernheit
  2. la fixité (raideur; rigidité; gaucherie)
    die Erstarrung

Vertaal Matrix voor fixité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Erstarrung fixité; gaucherie; raideur; rigidité coagulation; raideur; raidissement
Hölzernheit fixité
Starrheit fixité inflexibilité; raideur; rigidité; sévérité
Starrsinn fixité acharnement; entêtement; inflexibilité; obstination; opiniâtreté; raideur; rigidité; sévérité
Steifheit fixité inflexibilité; raideur; rigidité; sévérité
Störrigkeit fixité acharnement; entêtement; inflexibilité; obstination; opiniâtreté; raideur; rigidité; sévérité

Synoniemen voor "fixité":