Intelligence in het Duits vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

intelligence:
- Intelligenz; Genie; Scharfsinn; Intellekt; Geist; Verstand; Gehirn; Denkvermögen; Vernunft; Verständnis; Pfiffigkeit; Klugheit; Einsicht; Gedanke; Begriffsvermögen; Gerissenheit; Gewieftheit; Fassungskraft; Gewandtheit; Schlagfertigkeit; Scharfsinnigkeit; Spürsinn; Schlauheit; Spitzfindigkeit; Schneidigkeit; Verschlagenheit; Geschliffenheit; Geriebenheit; Geistesvermögen; Geistererscheinung; Gespenstererscheinung; Stimmung; Einstellung; Genialität; Begabung; Erfindungsgeist; Erfindungsgabe; Eile; Scharfsichtigkeit; Schlauigkeit; Witzigkeit
Wiktionary:
- intelligence → Intelligenz, Verstand, Geist, Auffassung
- intelligence → Aufgewecktheit, Intelligenz, intelligenz

Frans

Uitgebreide vertaling voor intelligence (Frans) in het Duits

intelligence:

intelligence [la ~] zelfstandig naamwoord

l'intelligence (ingéniosité; intellect; esprit; génie)
die Intelligenz; Genie; der Scharfsinn; der Intellekt
- Intelligenz [die ~] zelfstandig naamwoord
- Genie [das ~] zelfstandig naamwoord
- Scharfsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Intellekt [der ~] zelfstandig naamwoord
l'intelligence (faculté de penser; esprit; esprit inventif; raison; ingéniosité; génie; intellect; génialité)
der Geist; der Verstand; Gehirn; Denkvermögen; Vernunft; der Intellekt
- Geist [der ~] zelfstandig naamwoord
- Verstand [der ~] zelfstandig naamwoord
- Gehirn [das ~] zelfstandig naamwoord
- Denkvermögen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Vernunft [das ~] zelfstandig naamwoord
- Intellekt [der ~] zelfstandig naamwoord
l'intelligence (astuce; débrouillardise; ruse; habileté; ingéniosité; perspicacité; sagacité)
Verständnis; die Intelligenz; die Pfiffigkeit; die Klugheit
- Verständnis [das ~] zelfstandig naamwoord
- Intelligenz [die ~] zelfstandig naamwoord
- Pfiffigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Klugheit [die ~] zelfstandig naamwoord
l'intelligence (compréhension; conception; notion; ingéniosité; intellect)
die Einsicht; der Gedanke
- Einsicht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gedanke [der ~] zelfstandig naamwoord
l'intelligence (compréhension; conception; intellect)
der Verstand; Begriffsvermögen; die Klugheit; die Intelligenz; der Intellekt
- Verstand [der ~] zelfstandig naamwoord
- Begriffsvermögen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Klugheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Intelligenz [die ~] zelfstandig naamwoord
- Intellekt [der ~] zelfstandig naamwoord
l'intelligence (ingéniosité; habileté; finesse)
die Gerissenheit; die Pfiffigkeit; die Gewieftheit
- Gerissenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Pfiffigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gewieftheit [die ~] zelfstandig naamwoord
l'intelligence (compréhension; entendement; conception; idée; notion)
der Intellekt; die Fassungskraft; Begriffsvermögen
- Intellekt [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fassungskraft [die ~] zelfstandig naamwoord
- Begriffsvermögen [das ~] zelfstandig naamwoord
l'intelligence (sagacité; ingéniosité; compréhension; perspicacité; pointe aiguë; esprit d'à-propos; promptitude à la riposte)
die Klugheit; die Gewandtheit; die Schlagfertigkeit; die Gerissenheit; die Scharfsinnigkeit; der Verstand; der Scharfsinn; der Intellekt; der Spürsinn; die Schlauheit; die Spitzfindigkeit; die Schneidigkeit; die Verschlagenheit; die Gewieftheit; die Geschliffenheit; die Geriebenheit
- Klugheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gewandtheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlagfertigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gerissenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Scharfsinnigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verstand [der ~] zelfstandig naamwoord
- Scharfsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Intellekt [der ~] zelfstandig naamwoord
- Spürsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schlauheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Spitzfindigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schneidigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verschlagenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gewieftheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geschliffenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Geriebenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
l'intelligence (faculté intellectuelle; raison; capacité intellectuelle; intellect; pouvoir intellectuel)
der Verstand; die Intelligenz; Denkvermögen; Geistesvermögen
- Verstand [der ~] zelfstandig naamwoord
- Intelligenz [die ~] zelfstandig naamwoord
- Denkvermögen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Geistesvermögen [das ~] zelfstandig naamwoord
l'intelligence (apparition; fantôme; connaissance; esprit; revenant; spectre; âme; hantise; génie; vision; raison; intellect)
die Geistererscheinung; die Gespenstererscheinung
- Geistererscheinung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gespenstererscheinung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'intelligence (esprit; disposition; tempérament; âme; sympathies; tendance; connaissance; raison; caractère; nature; génie; penchant; inclination; intellect)
die Stimmung; die Einstellung
- Stimmung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Einstellung [die ~] zelfstandig naamwoord
l'intelligence (génie; ingéniosité; génialité; esprit; don; talent; inventivité; esprit inventif)
die Genialität; die Begabung; Genie; der Erfindungsgeist; der Scharfsinn; die Erfindungsgabe
- Genialität [die ~] zelfstandig naamwoord
- Begabung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Genie [das ~] zelfstandig naamwoord
- Erfindungsgeist [der ~] zelfstandig naamwoord
- Scharfsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Erfindungsgabe [die ~] zelfstandig naamwoord
l'intelligence (rapidité; vivacité)
die Eile
- Eile [die ~] zelfstandig naamwoord
l'intelligence (sagacité; ingéniosité; rusé; malice)
die Scharfsichtigkeit; die Klugheit; der Scharfsinn; die Schlagfertigkeit; die Schlauheit; die Schlauigkeit
- Scharfsichtigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Klugheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Scharfsinn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schlagfertigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlauheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlauigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
l'intelligence (esprit débrouillard; ingéniosité; perspicacité; à-propos; sagacité; promptitude; esprit d'à-propos; promptitude à la riposte; réplique prompte; esprit de repartie)
die Klugheit; die Gewandtheit; die Schlagfertigkeit; die Schlauheit; die Witzigkeit; die Pfiffigkeit; die Gerissenheit; die Spitzfindigkeit; die Schneidigkeit; die Gewieftheit
- Klugheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gewandtheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlagfertigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schlauheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Witzigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Pfiffigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gerissenheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Spitzfindigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schneidigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Gewieftheit [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor intelligence:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Begabung	don; esprit; esprit inventif; génialité; génie; ingéniosité; intelligence; inventivité; talent	aptitudes; bosses; don; dons; talent; talents
Begriffsvermögen	compréhension; conception; entendement; idée; intellect; intelligence; notion	compréhension; concept; conception; conscience; entendement; idée; notion; opinion; pensée; réflexion
Denkvermögen	capacité intellectuelle; esprit; esprit inventif; faculté de penser; faculté intellectuelle; génialité; génie; ingéniosité; intellect; intelligence; pouvoir intellectuel; raison
Eile	intelligence; rapidité; vivacité	empressement; hâte; précipitation; rapidité; train; urgence; vitesse; vitesse de conduite
Einsicht	compréhension; conception; ingéniosité; intellect; intelligence; notion	aveu; compréhension; concept; conception; concession; conscience; discernement; entendement; esprit; idée; notion; opinion; pensée; perspective; perspicacité; point de vue; raison; reconnaissance; réalisation; réflexion; sagesse; sagesse d'esprit; vision; vue
Einstellung	caractère; connaissance; disposition; esprit; génie; inclination; intellect; intelligence; nature; penchant; raison; sympathies; tempérament; tendance; âme	attitude; caractère; convoitise; disposition; désignation; désir; façon de penser; focalisation; goût pour; implantation; inclination; index; insertion; installation; liste; mentalité; mise au point; mise en place; nature; nomination; notification; paramètre; paroi; penchant; placement; pose; prédilection; préférence; recrutement; sympathies; table; tableau; tempérament; tendance
Erfindungsgabe	don; esprit; esprit inventif; génialité; génie; ingéniosité; intelligence; inventivité; talent	créativité; esprit inventif; faculté créatrice; force créatrice; forces créatrices; ingéniosité; inventivité
Erfindungsgeist	don; esprit; esprit inventif; génialité; génie; ingéniosité; intelligence; inventivité; talent	créativité; esprit inventif; faculté créatrice; force créatrice; forces créatrices; ingéniosité; inventivité
Fassungskraft	compréhension; conception; entendement; idée; intelligence; notion	faculté de domination
Gedanke	compréhension; conception; ingéniosité; intellect; intelligence; notion	avis; compréhension; concept; conception; conscience; entendement; façon de voir; idée; notion; opinion; optique; pensée; perspective; point de vue; réflexion; vision
Gehirn	esprit; esprit inventif; faculté de penser; génialité; génie; ingéniosité; intellect; intelligence; raison
Geist	esprit; esprit inventif; faculté de penser; génialité; génie; ingéniosité; intellect; intelligence; raison	créativité; esprit inventif; figure; force créatrice; forme; ingéniosité; inventivité; silhouette
Geistererscheinung	apparition; connaissance; esprit; fantôme; génie; hantise; intellect; intelligence; raison; revenant; spectre; vision; âme
Geistesvermögen	capacité intellectuelle; faculté intellectuelle; intellect; intelligence; pouvoir intellectuel; raison
Genialität	don; esprit; esprit inventif; génialité; génie; ingéniosité; intelligence; inventivité; talent	don; talent
Genie	don; esprit; esprit inventif; génialité; génie; ingéniosité; intellect; intelligence; inventivité; talent	créativité; don; esprit inventif; esprit supérieur; force créatrice; génie; ingéniosité; inventivité; phénix; talent; unité
Geriebenheit	compréhension; esprit d'à-propos; ingéniosité; intelligence; perspicacité; pointe aiguë; promptitude à la riposte; sagacité	concision; concission; esprit d'à-propos; finesse; pertinence; pointe aiguë; promptitude à la riposte; rouerie; ruse; tranchant
Gerissenheit	compréhension; esprit d'à-propos; esprit de repartie; esprit débrouillard; finesse; habileté; ingéniosité; intelligence; perspicacité; pointe aiguë; promptitude; promptitude à la riposte; réplique prompte; sagacité; à-propos	astuce; bassesse; concision; concission; crasse; dégourdi; délicatesse; esprit d'à-propos; finesse; fourberie; infamie; malice; malicieux; malignité; malin; perfidie; pertinence; pointe aiguë; promptitude à la riposte; raffinement; rouerie; ruse; rusé; sagacité; subterfuge; tour; tranchant; vilenie
Geschliffenheit	compréhension; esprit d'à-propos; ingéniosité; intelligence; perspicacité; pointe aiguë; promptitude à la riposte; sagacité	astuce; finesse; fourberie; malice; malignité; perfidie; raffinement; roublardise; rouerie; ruse
Gespenstererscheinung	apparition; connaissance; esprit; fantôme; génie; hantise; intellect; intelligence; raison; revenant; spectre; vision; âme
Gewandtheit	compréhension; esprit d'à-propos; esprit de repartie; esprit débrouillard; ingéniosité; intelligence; perspicacité; pointe aiguë; promptitude; promptitude à la riposte; réplique prompte; sagacité; à-propos	adresse; agilité; allure; aptitude; art; capacité; compétence; concision; concission; connaissance; connaissances; dextérité; esprit d'à-propos; facilité; finesse; habileté; pertinence; pointe aiguë; promptitude; promptitude à la riposte; précipitation; rapidité; ruse; savoir; savoir-faire; subterfuge; tour; tranchant; vitesse; vélocité
Gewieftheit	compréhension; esprit d'à-propos; esprit de repartie; esprit débrouillard; finesse; habileté; ingéniosité; intelligence; perspicacité; pointe aiguë; promptitude; promptitude à la riposte; réplique prompte; sagacité; à-propos	concision; concission; esprit d'à-propos; finesse; pertinence; pointe aiguë; promptitude à la riposte; ruse; subterfuge; tour; tranchant
Intellekt	compréhension; conception; entendement; esprit; esprit d'à-propos; esprit inventif; faculté de penser; génialité; génie; idée; ingéniosité; intellect; intelligence; notion; perspicacité; pointe aiguë; promptitude à la riposte; raison; sagacité	compréhension; concept; conception; conscience; entendement; idée; notion; opinion; pensée; réflexion
Intelligenz	astuce; capacité intellectuelle; compréhension; conception; débrouillardise; esprit; faculté intellectuelle; génie; habileté; ingéniosité; intellect; intelligence; perspicacité; pouvoir intellectuel; raison; ruse; sagacité	beauté
Klugheit	astuce; compréhension; conception; débrouillardise; esprit d'à-propos; esprit de repartie; esprit débrouillard; habileté; ingéniosité; intellect; intelligence; malice; perspicacité; pointe aiguë; promptitude; promptitude à la riposte; ruse; rusé; réplique prompte; sagacité; à-propos	beauté; ingéniosité; malicieux; malin; management; politique; sagacité
Pfiffigkeit	astuce; débrouillardise; esprit d'à-propos; esprit de repartie; esprit débrouillard; finesse; habileté; ingéniosité; intelligence; perspicacité; promptitude; promptitude à la riposte; ruse; réplique prompte; sagacité; à-propos	astuce; bassesse; crasse; dégourdi; infamie; malicieux; malin; perfidie; ruse; rusé; sagacité; subterfuge; tour; vilenie
Scharfsichtigkeit	ingéniosité; intelligence; malice; rusé; sagacité	discernement; ingéniosité; malicieux; malin; perspective; perspicacité; sagacité; vue
Scharfsinn	compréhension; don; esprit; esprit d'à-propos; esprit inventif; génialité; génie; ingéniosité; intellect; intelligence; inventivité; malice; perspicacité; pointe aiguë; promptitude à la riposte; rusé; sagacité; talent	ingéniosité; malicieux; malin; sagacité
Scharfsinnigkeit	compréhension; esprit d'à-propos; ingéniosité; intelligence; perspicacité; pointe aiguë; promptitude à la riposte; sagacité
Schlagfertigkeit	compréhension; esprit d'à-propos; esprit de repartie; esprit débrouillard; ingéniosité; intelligence; malice; perspicacité; pointe aiguë; promptitude; promptitude à la riposte; rusé; réplique prompte; sagacité; à-propos	combativité; concision; efficacité; esprit d'à-propos; ingéniosité; justesse; malicieux; malin; pertinence; pointe aiguë; promptitude à la riposte; sagacité; tranchant; viabilité
Schlauheit	compréhension; esprit d'à-propos; esprit de repartie; esprit débrouillard; ingéniosité; intelligence; malice; perspicacité; pointe aiguë; promptitude; promptitude à la riposte; rusé; réplique prompte; sagacité; à-propos	astuce; bassesse; crasse; dégourdi; délicatesse; finesse; fourberie; infamie; ingéniosité; malice; malicieux; malignité; malin; perfidie; raffinement; roublardise; rouerie; ruse; rusé; sagacité; subterfuge; tour; vilenie
Schlauigkeit	ingéniosité; intelligence; malice; rusé; sagacité	ingéniosité; malicieux; malin; sagacité
Schneidigkeit	compréhension; esprit d'à-propos; esprit de repartie; esprit débrouillard; ingéniosité; intelligence; perspicacité; pointe aiguë; promptitude; promptitude à la riposte; réplique prompte; sagacité; à-propos	aigreur; ardeur; audace; bravoure; caractère; caractère acrimonieux; concision; courage; cran; culot; dynamisme; esprit d'à-propos; fait d'être en forme; fait d'être ferme; fermeté; force; hardiesse; humeur de chipie; intrépidité; pertinence; pointe aiguë; poussée; promptitude à la riposte; propulsion; ressort; résolution; solidité; tranchant; témérité; vaillance; vigueur; vitalité; âme; énergie
Spitzfindigkeit	compréhension; esprit d'à-propos; esprit de repartie; esprit débrouillard; ingéniosité; intelligence; perspicacité; pointe aiguë; promptitude; promptitude à la riposte; réplique prompte; sagacité; à-propos	raffinement; ruse; subterfuge; tour
Spürsinn	compréhension; esprit d'à-propos; ingéniosité; intelligence; perspicacité; pointe aiguë; promptitude à la riposte; sagacité	nez
Stimmung	caractère; connaissance; disposition; esprit; génie; inclination; intellect; intelligence; nature; penchant; raison; sympathies; tempérament; tendance; âme	ambiance; atmosphère; disposition; domaine; don; intuition; sphère
Vernunft	esprit; esprit inventif; faculté de penser; génialité; génie; ingéniosité; intellect; intelligence; raison	compréhension; concept; conception; conscience; entendement; idée; notion; opinion; pensée; réflexion
Verschlagenheit	compréhension; esprit d'à-propos; ingéniosité; intelligence; perspicacité; pointe aiguë; promptitude à la riposte; sagacité	concision; concission; délicatesse; esprit d'à-propos; finesse; fourberie; malice; malignité; perfidie; pertinence; pointe aiguë; promptitude à la riposte; raffinement; rouerie; ruse; tranchant
Verstand	capacité intellectuelle; compréhension; conception; esprit; esprit d'à-propos; esprit inventif; faculté de penser; faculté intellectuelle; génialité; génie; ingéniosité; intellect; intelligence; perspicacité; pointe aiguë; pouvoir intellectuel; promptitude à la riposte; raison; sagacité	compréhension; concept; conception; conscience; entendement; esprit; idée; notion; opinion; pensée; réalisation; réflexion
Verständnis	astuce; débrouillardise; habileté; ingéniosité; intelligence; perspicacité; ruse; sagacité	discernement; disposition; don; intuition; perspective; perspicacité; vue
Witzigkeit	esprit d'à-propos; esprit de repartie; esprit débrouillard; ingéniosité; intelligence; perspicacité; promptitude; promptitude à la riposte; réplique prompte; sagacité; à-propos	bouffonnerie; clownerie; divertissement; drôlerie; plaisanterie; ruse; subterfuge; tour

Synoniemen voor "intelligence":

amitié; affection; sentiment; attachement; camaraderie; complicité; compréhension; fraternité; sympathie; bienveillance; collusion; connivence; arrangement; accord; entente; manoeuvre; entendement; conception; intellection; discernement; faculté; raison; intellect; esprit; cerveau; jugement; mentalité; essence; humour; pénétration; acuité; perspicacité; clairvoyance; lucidité; sens; conscience; sagesse; philosophie; sapience; intuition; tête; crâne; chef; début; ogive

Wiktionary: intelligence

intelligence

noun

faculté de comprendre, de ne pas se méprendre sur le sens des mots, la nature des choses et la signification des faits.
- intelligence → Intelligenz; Verstand

intelligence

noun

nur Singular: eine besondere geistige Fähigkeit; Klugheit
- Intelligenz → intelligence
das Denken als Bestandteil der Individualität
- Geist → esprit; intelligence; génie
kein Plural, kurz für: Auffassungsgabe; die Fähigkeit etwas zu begreifen, zu erkennen
- Auffassung → intelligence

Cross Translation:

From	To	Via
• intelligence	→ Aufgewecktheit	↔ brightness — intelligence, cleverness
• intelligence	→ Intelligenz	↔ intelligence — capacity of mind
• intelligence	→ intelligenz	↔ intelligentie — een eigenschap van de werking van de hersenen

Verwante vertalingen van intelligence

Remove Ads

Vertaal intelligence van Frans naar Duits

Uitgebreide vertaling voor intelligence (Frans) in het Duits

intelligence:

intelligence [la ~] zelfstandig naamwoord

l'intelligence (ingéniosité; intellect; esprit; génie)

l'intelligence (faculté de penser; esprit; esprit inventif; raison; ingéniosité; génie; intellect; génialité)

l'intelligence (astuce; débrouillardise; ruse; habileté; ingéniosité; perspicacité; sagacité)

l'intelligence (compréhension; conception; notion; ingéniosité; intellect)

l'intelligence (compréhension; conception; intellect)

l'intelligence (ingéniosité; habileté; finesse)

l'intelligence (compréhension; entendement; conception; idée; notion)

l'intelligence (sagacité; ingéniosité; compréhension; perspicacité; pointe aiguë; esprit d'à-propos; promptitude à la riposte)

l'intelligence (faculté intellectuelle; raison; capacité intellectuelle; intellect; pouvoir intellectuel)

l'intelligence (apparition; fantôme; connaissance; esprit; revenant; spectre; âme; hantise; génie; vision; raison; intellect)

l'intelligence (esprit; disposition; tempérament; âme; sympathies; tendance; connaissance; raison; caractère; nature; génie; penchant; inclination; intellect)

l'intelligence (génie; ingéniosité; génialité; esprit; don; talent; inventivité; esprit inventif)

l'intelligence (rapidité; vivacité)

l'intelligence (sagacité; ingéniosité; rusé; malice)

l'intelligence (esprit débrouillard; ingéniosité; perspicacité; à-propos; sagacité; promptitude; esprit d'à-propos; promptitude à la riposte; réplique prompte; esprit de repartie)

Vertaal Matrix voor intelligence:

Synoniemen voor "intelligence":

Wiktionary: intelligence

Verwante vertalingen van intelligence