Frans

Uitgebreide vertaling voor profit (Frans) in het Duits

profit:

profit [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le profit (bénéfice; gain; avantage)
    der Gewinn; der Profit; der Bezug; der Ertrag; der Verdienst; der Erlös; der Nutzen; der Extraprofit; der Sinn
    • Gewinn [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Profit [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bezug [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Ertrag [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Verdienst [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Erlös [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Nutzen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Extraprofit [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Sinn [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. le profit (bénéfice; rendement; gain; productivité; avantage)
    der Ertrag; der Erlös
    • Ertrag [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Erlös [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. le profit (utilité; bénéfice; gain; )
    der Nutzen; Vorteil; Gewinn; der Profit
    • Nutzen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Vorteil [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gewinn [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Profit [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. le profit (utilité; avantage)
    der Sinn; die Utilität; die Brauchbarkeit; die Nützlichkeit; der Gewinn; der Nutzen; die Verwendbarkeit; die Anwendbarkeit; Vorteil
  5. le profit (utilité; avantage)
    die Verwendbarkeit; die Brauchbarkeit
  6. le profit (utilisation; emploi)
    die Verwertung; die Ausbeutung
  7. le profit

Vertaal Matrix voor profit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Anwendbarkeit avantage; profit; utilité utilité
Ausbeutung emploi; profit; utilisation défrichements; exploitation; exploitations; succion
Bezug avantage; bénéfice; gain; profit couverture; housse
Brauchbarkeit avantage; profit; utilité utilité
Erlös avantage; bénéfice; gain; productivité; profit; rendement
Ertrag avantage; bénéfice; gain; productivité; profit; rendement cueillette; moisson; production; récolte; récolte du vin; somme totale; vendange
Extraprofit avantage; bénéfice; gain; profit aubaine; bonne aubaine; chance; chance extraordinaire; coup de chance; coup de veine; effet du hasard; occasion; providence
Gewinn avantage; bénéfice; gain; productivité; profit; rendement; utilité bénéfice; hommage; honneurs; niveau de la production; prime; prix; productivité; rendement
Nutzen avantage; bénéfice; gain; productivité; profit; rendement; utilité
Nützlichkeit avantage; profit; utilité utilité
Profit avantage; bénéfice; gain; productivité; profit; rendement; utilité aubaine; avantage
Sinn avantage; bénéfice; gain; profit; utilité avantage; but; contenance; contenu; dimension; esprit; intention; portée; sens; signification; tendance; teneur; utilité
Utilität avantage; profit; utilité utilité
Verdienst avantage; bénéfice; gain; profit action de bienfaisance; appointements; cachet; droit de l'inventeur; gages; geste de bienfaisance; honoraire; honoraires; mérite; paie; paye; prime; ressources; revenus; récompense; rémunération; rétribution; salaire; solde; traitement
Verwendbarkeit avantage; profit; utilité efficacité; pertinence; utilité; viabilité
Verwertung emploi; profit; utilisation application; emploi; traitement; usage; utilisation
Vorteil avantage; bénéfice; gain; productivité; profit; rendement; utilité aubaine; avantage
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gewinn profit
Vorteil avantage

Synoniemen voor "profit":


Wiktionary: profit

profit
noun
  1. ein (finanzieller) Gewinn, der meistens durch ein Ereignis hervorgebracht wird

Cross Translation:
FromToVia
profit Gewinn; Profit profit — benefit

Verwante vertalingen van profit