Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. citron:
  2. Wiktionary:
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. citron:


Frans

Uitgebreide vertaling voor citron (Frans) in het Engels

citron:

citron [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le citron
    the lemon
    • lemon [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor citron:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lemon citron bidon; couille molle; dingo; fada

Synoniemen voor "citron":


Wiktionary: citron

citron
noun
  1. Fruit du citronnier
  2. Un insecte lépidoptère (papillon) de la famille des Pieridae, aux ailes jaunes, la femelle plus pâle que le mâle.
citron
noun
  1. defective item
  2. citrus fruit
  3. a greenish yellow colour

Cross Translation:
FromToVia
citron lemon LimoneBotanik: ein älterer Begriff für die Zitrone
citron lemon ZitroneBotanik: eine gelbe Zitrusfrucht

Verwante vertalingen van citron



Engels

Uitgebreide vertaling voor citron (Engels) in het Frans

citron:


Vertaal Matrix voor citron:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- Citrus medica; citron tree

Synoniemen voor "citron":

  • citrus; citrus fruit; citrous fruit
  • citron tree; Citrus medica; citrus tree

Verwante definities voor "citron":

  1. large lemonlike fruit with thick aromatic rind; usually preserved1
  2. thorny evergreen small tree or shrub of India widely cultivated for its large lemonlike fruits that have thick warty rind1

Wiktionary: citron

citron
noun
  1. a greenish yellow colour
  2. fruit
citron
noun
  1. Fruit (agrume) du cédratier, plus gros, et à peau plus épaisse, que le citron.
  2. botan|nocat=1 Espèce de petit arbre fruitier de la famille des rutacées, ancêtre du citronnier, originaire d’Asie du Sud et plus précisément d’Inde.