Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. huile:
  2. huilé:
  3. huiler:
  4. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor huile (Frans) in het Engels

huile:

huile [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'huile (pétrole)
    the crude oil; the oil
    • crude oil [the ~] zelfstandig naamwoord
    • oil [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'huile (graisse; matières grasses; gras)
    the grease; the fat; the lard
    • grease [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fat [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lard [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor huile:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crude oil huile; pétrole pétrole brut
fat graisse; gras; huile; matières grasses graisse; graisse à frire; liposome
grease graisse; gras; huile; matières grasses
lard graisse; gras; huile; matières grasses lard à larder; saindoux
oil huile; pétrole huile de moteur
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grease embarquer; faire bagage; graisser; huiler; lubrifier; partir; prendre la mer; prendre le large; quitter; quitter le port; s'absenter; s'en aller; s'éloigner
lard entrelarder; larder; piquer de lardons
oil graisser; huiler; lubrifier

Synoniemen voor "huile":


Wiktionary: huile

huile
noun
  1. Corps gras et visqueux.
    • huileoil
huile
noun
  1. liquid fat
  2. A person of consequence
  3. one who is overly-officious

Cross Translation:
FromToVia
huile oil Ölnur Sortenplural: fettige, schmierige Flüssigkeit aus Ölplanzen oder Erdöl

huilé:

huilé bijvoeglijk naamwoord

  1. huilé
    lubricated
  2. huilé (graissé)
    greased; oiled
  3. huilé (graissé)
    oiled; smeared

Vertaal Matrix voor huilé:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
greased graissé; huilé
lubricated huilé
oiled graissé; huilé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smeared graissé; huilé écoulé

Synoniemen voor "huilé":


huile vorm van huiler:

huiler werkwoord (huile, huiles, huilons, huilez, )

  1. huiler (lubrifier; graisser)
    to smear; to lubricate; to grease; to rub in; to oil
    • smear werkwoord (smears, smeared, smearing)
    • lubricate werkwoord (lubricates, lubricated, lubricating)
    • grease werkwoord (greases, greased, greasing)
    • rub in werkwoord (rubs in, rubbed in, rubbing in)
    • oil werkwoord (oils, oiled, oiling)
  2. huiler (lubrifier; graisser)
    to lubricate; to grease; to oil
    • lubricate werkwoord (lubricates, lubricated, lubricating)
    • grease werkwoord (greases, greased, greasing)
    • oil werkwoord (oils, oiled, oiling)

Conjugations for huiler:

Présent
  1. huile
  2. huiles
  3. huile
  4. huilons
  5. huilez
  6. huilent
imparfait
  1. huilais
  2. huilais
  3. huilait
  4. huilions
  5. huiliez
  6. huilaient
passé simple
  1. huilai
  2. huilas
  3. huila
  4. huilâmes
  5. huilâtes
  6. huilèrent
futur simple
  1. huilerai
  2. huileras
  3. huilera
  4. huilerons
  5. huilerez
  6. huileront
subjonctif présent
  1. que j'huile
  2. que tu huiles
  3. qu'il huile
  4. que nous huilions
  5. que vous huiliez
  6. qu'ils huilent
conditionnel présent
  1. huilerais
  2. huilerais
  3. huilerait
  4. huilerions
  5. huileriez
  6. huileraient
passé composé
  1. ai huilé
  2. as huilé
  3. a huilé
  4. avons huilé
  5. avez huilé
  6. ont huilé
divers
  1. huile!
  2. huilez!
  3. huilons!
  4. huilé
  5. huilant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor huiler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grease graisse; gras; huile; matières grasses
oil huile; huile de moteur; pétrole
smear frottis
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grease graisser; huiler; lubrifier embarquer; faire bagage; partir; prendre la mer; prendre le large; quitter; quitter le port; s'absenter; s'en aller; s'éloigner
lubricate graisser; huiler; lubrifier
oil graisser; huiler; lubrifier
rub in graisser; huiler; lubrifier astiquer; briquer; embarquer; enduire; faire bagage; partir; prendre la mer; prendre le large; quitter; quitter le port; s'absenter; s'en aller; s'éloigner; souligner des erreurs
smear graisser; huiler; lubrifier barbouiller; beurrer; embarquer; enduire; faire bagage; faire des taches; graisser; partir; prendre la mer; prendre le large; quitter; quitter le port; s'absenter; s'en aller; s'éloigner; salir; souiller; tacher

Synoniemen voor "huiler":


Wiktionary: huiler


Cross Translation:
FromToVia
huiler oil oliën — met olie bewerken

Verwante vertalingen van huile